Belangrijk arrest over fiscale duiding financieringsinstrument
Op 17 mei 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de fiscale kwalificatie van een financieel instrument dat in 2007 was uitgegeven door een in Frankrijk gevestigde vennootschap. Het ging om een zogenoemde ‘obligation remboursable en actions’ (hierna: ORA). De vraag was of het instrument voor toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 als eigen vermogen (kapitaal) of als vreemd vermogen (geldlening) moest worden aangemerkt. Hoewel het geschil zich toespitste op de vraag of de aan de uitgifte van het instrument verbonden kosten toerekenbaar waren aan een Nederlandse vaste inrichting van de Franse vennootschap, heeft het arrest van de Hoge Raad potentieel een veel bredere reikwijdte.
De Hoge Raad (her)bevestigt dat het bij de vraag of een onroerend goed ontstaat dat tevoren niet bestond, om een constructiewijziging van onroerend goed draait.
Deze zaak is relevant voor financiële instellingen, maar ook voor andere belastingplichtigen die btw-belaste en btw-vrijgestelde prestaties verrichten.
De antwoorden geven aan dat, wil sprake zijn van ‘in wezen nieuwbouw’, er in ieder geval wijzigingen in de bouwkundige constructie moeten hebben plaatsgevonden.
In ons memorandum hebben wij de hoofdlijnen van de voorgestelde maatregelen per onderwerp uiteengezet. Ook hebben we een overzicht van de maatregelen op twee pagina’s gemaakt.
Hoewel de uitspraak in de lijn der verwachtingen lag, hebben wij toch enkele kanttekeningen bij de wijze waarop het Hof van Justitie van de Europese Unie tot zijn oordeel komt.
In de praktijk wordt voor forse bedragen dividendbelasting ontgaan via diverse vormen van dividendstripping, die de Belastingdienst met de huidige wettelijke instrumenten niet goed kan bestrijden.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft zich onlangs uitgelaten over een in de praktijk veelvoorkomende discussie, namelijk de btw-behandeling van managementdiensten die een maatschap van medisch speciali ...
Door deze wijziging kan grensoverschrijdende dienstverlening binnen een rechtspersoon aan btw worden onderworpen wanneer deze rechtspersoon in een land onderdeel uitmaakt van een fiscale eenheid btw.
...