Belangrijk arrest over fiscale duiding financieringsinstrument
Op 17 mei 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de fiscale kwalificatie van een financieel instrument dat in 2007 was uitgegeven door een in Frankrijk gevestigde vennootschap. Het ging om een zogenoemde ‘obligation remboursable en actions’ (hierna: ORA). De vraag was of het instrument voor toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 als eigen vermogen (kapitaal) of als vreemd vermogen (geldlening) moest worden aangemerkt. Hoewel het geschil zich toespitste op de vraag of de aan de uitgifte van het instrument verbonden kosten toerekenbaar waren aan een Nederlandse vaste inrichting van de Franse vennootschap, heeft het arrest van de Hoge Raad potentieel een veel bredere reikwijdte.
Uiteindelijk is het aan de Hoge Raad om te beslissen of met de Wet rechtsherstel box 3 voldoende rechtsherstel wordt geboden. Advocaat-generaal Wattel meent in ieder geval van niet.
De nota naar aanleiding van het verslag geeft op veel vragen antwoord, maar er zijn nog veel punten welke nader moeten worden ingevuld op ondermeer OESO-niveau.
Het nieuwe verdrag zal op zijn vroegst vanaf 1 januari 2024 van toepassing zijn (maar wellicht pas per 1 januari 2025). Wij staan kort stil bij een aantal belangrijke aspecten.
Nederland is hiermee het eerste EU-land dat een wetsvoorstel heeft ingediend om de Richtlijn (EU) 2022/523 van 14 december 2022 in de nationale wetgeving te implementeren.
In onze berichtgeving van 3 februari 2023 informeerden wij u over de wettelijke verhoging van het percentage belastingrente dat verschuldigd is over aanslagen vennootschapsbelasting en bronbelasting v ...