Herijking steun- en herstelpakket voor banen en economie
Op 9 december 2020 heeft het kabinet bij Kamerbrief laten weten het bestaande steun- en herstelpakket voor banen en economie – dat in augustus werd aangekondigd en van toepassing is sinds 1 oktober 2020 (zie onze eerdere berichtgeving van 2 september 2020 hierover) – aan te passen en op onderdelen uit te breiden. Dit houdt uiteraard verband met de voortdurende impact van het coronavirus op de economie, die zich (ook) wat Nederland betreft in een stadium van laagconjunctuur bevindt.
Zo heeft het kabinet besloten om de NOW (Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid) en de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb) in het eerste kwartaal van 2021 niet af te bouwen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020.
Hierna gaan wij uitvoeriger in op de wijzigingen van deze regelingen en enkele andere in het oog springende fiscaalgerelateerde maatregelen.
1. Uitstel van betaling van belasting
Het kabinet verlengt de periode waarin ondernemers (verlenging van) uitstel van betaling van belasting kunnen aanvragen tot 1 april 2021. Ondernemers die nog niet eerder uitstel of verlenging hebben aangevraagd, hebben daar nu dus tot 1 april 2021 de gelegenheid voor. Ondernemers die eerder alleen een aanvraag voor drie maanden hadden ingediend kunnen alsnog vragen om verlenging van het uitstel tot 1 april 2021. Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hadden gekregen geldt het uitstel nu automatisch tot 1 april 2021.
Voor al deze ondernemers betekent dit dat zij uiterlijk vanaf 1 april 2021 weer moeten voldoen aan de op of na die datum ontstane betalingsverplichtingen. De tijdens de periode van uitstel opgebouwde belastingschuld hoeft niet ineens op 1 april 2021 te worden voldaan: ondernemers komen in aanmerking voor een betalingsregeling van 36 maanden vanaf 1 juli 2021 (zie verder onze berichtgeving van 2 september 2020).
2. Aanpassing afbouwpad NOW
Het kabinet heeft in augustus 2020 reeds besloten om de NOW per 1 oktober 2020 met drie tijdvakken van drie maanden te verlengen (samen de NOW 3, zie wederom onze berichtgeving van 2 september 2020). Een aantal voorgenomen versoberingen voor het tweede tijdvak (januari tot en met maart 2021) vinden echter geen doorgang. Zo blijft het vergoedingspercentage voor dat tijdvak, net als in het vierde kwartaal 2020, 80% (in plaats van de eerder voorgenomen 70%), blijft de minimale omzetdaling die bedrijven moeten hebben geleden om recht te hebben op de NOW 3 in het tweede tijdvak 20% (in plaats van de eerder voorgenomen 30%) en blijft de loonsomvrijstelling, bedoeld om de loonsom te kunnen laten dalen om de bedrijfsvoering aan te passen aan de crisis, staan op 10%.
3. Aanpassing afbouwpad TVL
De TVL werd eerder al per 1 oktober 2020 met drie tijdvakken van drie maanden verlengd, waarbij het maximale subsidiebedrag werd verhoogd naar € 90.000 per tijdvak (zie onze berichtgeving van 2 september 2020). In de brief van 9 december 2020 is nu aangegeven dat de voorgenomen verhoging van het minimale omzetdervingspercentage voor het tweede tijdvak niet doorgaat, zodat dit percentage van januari tot maart 2021 – net als onder de eerste openstelling van de TVL van juni tot en met september (TVL 1) en in het vierde kwartaal van 2020 – op 30% blijft staan. Verder is besloten om de subsidiepercentages te verhogen door het te vergoeden deel van de vaste lasten te laten oplopen met de omzetderving: van 50% van de vaste lasten bij een omzetderving van 30% tot 70% daarvan bij een omzetderving van 100%. Deze verhoging geldt zowel voor het eerste als tweede tijdvak, dus vanaf oktober 2020 tot en met maart 2021. In diezelfde periode staat de TVL – anders dan onder de TVL 1 – open voor (bijna) alle sectoren; dit geldt nu dus ook voor het eerste kwartaal van 2021.
De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd. Zie hiervoor onze berichtgeving van 30 november 2020, waarin wij ook ingaan op de ‘eenmalige opslag voor voorraad- en aanpassingskosten horeca’ die, in ieder geval voor het vierde kwartaal 2020, integraal onderdeel is van de TVL-subsidie. Aangekondigd is nu dat deze opslag, net als de TVL, vrijgesteld zal zijn van inkomsten- en vennootschapsbelasting.
Evenementenbranche
In de brief van 9 december 2020 geeft het kabinet enkele nadere contouren aan van de al eerder aangekondigde evenementenbranchemodule binnen de TVL:
- De regeling is gericht op de organisatoren en toeleveranciers van publieke evenementen.
- De module is bedoeld voor bedrijven die wel in aanmerking zijn gekomen voor de TVL 1, maar niet in aanmerking komen voor de TVL voor het vierde kwartaal van 2020 (vanwege een te lage referentieomzet).
- Ondernemers moeten voor minimaal 50% van hun omzet in het tweede en derde kwartaal van 2019 afhankelijk zijn geweest van evenementen georganiseerd in diezelfde periode in 2019.
- Anders dan eerder is aangegeven zal geen afbakening plaatsvinden op basis van SBI-codes.
- De subsidie bedraagt 33,3% van de subsidie die de ondernemer ontving vanuit de TVL 1 (minimaal € 750).
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de regeling, waarna aan de Europese Commissie zal worden gevraagd om bevestiging dat sprake is van goedgekeurde staatssteun. De openstelling van de evenementenbranchemodule voor het vierde kwartaal van 2020 wordt daarom niet eerder verwacht dan de tweede helft van januari 2021. De openstelling voor het eerste kwartaal van 2021 vindt naar verwachting begin februari 2021 plaats.
4. Geen wijzigingen in Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 3)
Per 1 oktober 2020 had het kabinet ook de Tozo met drie tijdvakken van drie maanden verlengd (Tozo 3). Het kabinet had eerder al besloten om de invoering van de beperkte vermogenstoets uit te stellen tot 1 april 2021. De Tozo 3 loopt daarmee van 1 oktober 2020 tot 1 april 2021 en bevat geen wijzigingen ten opzichte van de Tozo 2 (zie verder wederom onze berichtgeving van 2 september 2020).
5. Overige fiscale maatregelen
Verlengd tot 1 april 2021 worden:
- het uitstel van administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen;
- het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers;
- de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
- het btw-nultarief op mondkapjes;
- het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek voor huizenbezitters als zij van hun hypotheekverstrekker een hypotheekbetaalpauze krijgen.
Tot slot vermelden wij dat er tot 1 april 2021 een btw-tarief van 0% op COVID-19-vaccins en -testkits wordt ingevoerd.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise om de fiscale en financiële gevolgen van de coronacrisis zo beperkt mogelijk te houden. Wij houden u uiteraard van het vervolg van de fiscale ontwikkelingen op de hoogte.