Dilemma in de NOW: opgelost?

29 juni 2021
NOW

‘Deel van werkgevers dreigt coronasteun te moeten terugbetalen’, kopte de voorpagina van het FD op 22 mei 2020 toen wij aan de bel trokken naar aanleiding van een onderdeel van de NOW-regeling dat wij ook in onze eerdere blogs in april 2020 en maart 2021 adresseerden.

Het probleem lijkt te worden opgelost, nu de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangeeft dat UWV in de uitvoering op dit punt maatwerk kan leveren. Omdat maatwerk slechts mogelijk is in de bezwaarfase, is het dus belangrijk dat werkgevers tijdig bezwaar maken tegen de opgelegde beschikking.

Vergelijking met de referentieloonsom

Het probleem ziet op het ongewenste gevolg van de berekeningssystematiek van de NOW, waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen de loonsom in de subsidieperiode en de loonsom in een referentiemaand (januari 2020 voor de NOW-1). Een lagere loonsom in de subsidieperiode leidt tot een korting op de subsidie. Januari is voor veel bedrijven echter een maand met een uitzonderlijk hoge loonsom vanwege de uitbetaling van incidentele beloningen (zoals uitbetaalde overuren en bonussen). Veel bedrijven dreigden dan ook hun subsidie geheel of gedeeltelijk te moeten terugbetalen.

Slechts beperkte aanpassing van de regeling

Vervolgens is de regeling beperkt aangepast, waarbij de problematiek is opgelost voor bedrijven die in januari een dertiende maand uitbetalen. De minister gaf hierbij echter aan dat overige incidentele loonbestanddelen in het geautomatiseerde proces niet uit de loonsom gefilterd kunnen worden.

Eerder dit jaar bevestigde de minister dat de regeling op dit punt vanwege de uitvoerbaarheid niet verder wordt aangepast. Bedrijven met een niet-representatieve januariloonsom worden dan ook geconfrontreerd met een forse korting van hun subsidie. Wel gaf de minister aan dat hij UWV heeft gevraagd "(...) om bij de subsidievaststelling in bezwaar nadrukkelijk in ogenschouw te nemen of incidentele beloningen in de referentiemaand mogelijk hebben geleid tot een niet representatieve loonsom”.

Maatwerk in de uitvoering

Naar aanleiding van deze Kamerbrief schreven wij dat het mooi zou zijn als UWV deze vraag ter harte neemt en ondernemers niet kort op hun NOW-bijdrage als daar gezien de bedoeling van de regeling geen aanleiding toe bestaat. Wel riepen wij de minister op om UWV een concrete aanwijzing te geven om de incidentele loonbestanddelen uit het toetsloon te halen, zodat de kaders voor de uitvoeringspraktijk duidelijk zijn.

Deze aanwijzing is er nu gekomen. Bij de recente beantwoording van Kamervragen heeft de minister een belangrijke toezegging gedaan: als de werkgever door middel van objectief verifieerbare gegevens uit de loonadministratie kan aantonen dat de loonkosten in de referentiemaand niet representatief waren omdat sprake was van het uitbetalen van bonussen, overuren, etc., dan kan UWV deze gelden uit de loonsom filteren.

Minister: gegronde redenen voor bezwaar

Hoewel de minister opmerkt dat hij in het algemeen geen toezeggingen kan doen omdat iedere casus uniek is, wordt een bezwaar volgens hem in de volgende gevallen doorgaans gegrond verklaard:

  1. schonen loonsom:
    1. incidentele beloningen in de referentiemaand leiden mogelijk tot een niet-representatieve loonsom;
    2. werknemers die voor de referentiemaand uit dienst zijn gegaan maar bij wie de eindafrekening, als all-inloon, verloond is in de referentiemaand;
  2. samentellen loonheffingennummers: wijzigingen van rechtsvorm zonder dat de bedrijfsvoering is veranderd, zoals wanneer een eenmanszaak overgaat in een bv;
  3. samentellen loonheffingennummers: fusies en afsplitsingen in een concernrelatie zonder dat er mutaties in het werknemersbestand plaatsvinden;
  4. overige situaties die aangemerkt kunnen worden als opvolgend werkgeverschap, waaronder ook de situatie van inleenkrachten die na de referentiemaand in dienst komen van de inlener.

Bezwaar is noodzakelijk

Wij zijn blij met deze tegemoetkoming van de minister. Vanwege het geautomatiseerde proces krijgen ondernemers in eerste instantie echter dus wel te maken met een korting van de subsidie bij de opgelegde beschikking. Het is belangrijk dat vervolgens tijdig bezwaar wordt gemaakt tegen deze beschikking als men van mening is op basis van de geest van de regeling recht te hebben op (hogere) subsidie.

Tijs van Ruitenbeek, Tax Manager KPMG Meijburg & Co

 

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.