Voorwaarden verlenging NOW (NOW-2) gepubliceerd
Op 20 mei 2020 heeft het kabinet aangekondigd de NOW-1 te willen verlengen (zie onze eerdere berichtgeving). De inhoudelijke uitwerking van deze verlenging is bij besluit van 22 juni 2020 op 25 juni 2020 gepubliceerd onder de naam: Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (afgekort tot: NOW-2). Hieronder gaan we nader op de details van de NOW-2 in.
1. Algemeen
Het overgrote deel van de NOW-2 is gelijk aan de meest recente versie van de NOW-1. Toch is er een aantal kenmerkende verschillen, waardoor het kabinet ervoor heeft gekozen om een integrale nieuwe regeling te publiceren, wat de duidelijkheid en transparantie van de NOW-2 bevordert. Hieronder zullen we vooral de kenmerkende verschillen tussen NOW-1 en NOW-2 bespreken. Voor de NOW-1 verwijzen we graag naar onder meer deze eerdere berichtgeving.
2. Aangepaste subsidie- en omzetperioden
- De subsidieperiode in de NOW-2 is 1 maand langer (vier maanden) en loopt van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020.
- De periode waarover de omzetdaling moet worden berekend beslaat in de NOW-2 vier maanden. Er moet sprake zijn van een omzetdaling van 20% of meer in een aaneengesloten periode die, naar keuze, start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus, waarbij:
- de omzet in deze periode moet worden vergeleken met de gemiddelde omzet over vier maanden in 2019 (referentie-omzet); en
- de omzetperiode van de NOW-2 aansluit op die van de NOW-1 indien ook op basis van de NOW-1 subsidie is verleend.
- Ook onder de NOW-2 moet de omzetdaling in beginsel binnen de groep worden berekend. Voor de NOW-2 gaat het om de samenstelling van de groep zoals die per 1 juni 2020 bestaat. Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer voor 1 juni 2020 een groepsvennootschap is verkocht, de omzet van die vennootschap niet meetelt bij het bepalen van de referentie-omzet.
- Als geen sprake is van de aan- of verkoop van een vennootschap, maar wel van een overgang van een onderneming of een afstoting daarvan, dan mag (overgang) of moet (afstoting) een afwijkende periode in acht worden genomen voor het bepalen van de referentie-omzet.
- Bij overgang van een economische eenheid vanaf 2 januari 2019 mag – vergelijkbaar met de systematiek onder de NOW-1 – gekozen worden om de referentie-omzet te berekenen als een gemiddelde over vier maanden berekend over de periode die loopt vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de overgang tot en met 29 februari 2020. Een vergelijkbare (maar dan verplichte) regeling geldt voor de situatie waarbij de bedrijfsuitoefening na 1 januari 2019 is aangevangen.
- In de NOW-2 wordt een nieuwe regeling toegevoegd voor situaties waarin een onderdeel of een activiteit is afgestoten in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020. In die situaties is het verplicht om de referentie-omzet over vier maanden te berekenen aan de hand van de gemiddelde omzet in de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de (laatste) afstoting tot en met 29 februari 2020.
3. Hoogte van de loonsom en kortingen op de subsidie
- In de NOW-2 wordt de opslag voor aanvullende lasten zoals werkgevers- en werknemerspremies pensioen, opbouw vakantiebijslag en andere werknemersgerelateerde lasten verhoogd van 30% naar 40%.
- In de NOW-2 gaat het om de loonsom van maart 2020. Dat is de loonsom over het derde aangiftetijdvak van 2020, verhoogd met 8,33%, als sprake is van een aangiftetijdvak van vier weken. Anders dan bij de NOW-1 wordt in de NOW-2 geen rekening gehouden met seizoensinvloeden en zal de subsidie niet worden verhoogd als de werkelijke loonsom in de periode 1 juni tot en met 30 september 2020 hoger is dan de loonsom van maart 2020 (vermenigvuldigd met 4).
- In de NOW-1 geldt een verhoogde korting van de subsidie als de subsidie aanvragende werkgever in de subsidieperiode een verzoek om ontslag wegens bedrijfseconomische redenen indient. De subsidie wordt dan verlaagd met 150% van de loonsom van deze werknemers. In de NOW-2 vervalt deze verhoging en wordt 100% van de loonsom van de werknemers waarvoor ontslag is aangevraagd gecorrigeerd op de subsidie. Voorts is van belang dat de loonsom voor drie en niet voor vier maanden wordt gecorrigeerd. Dit is gedaan om dubbeling te voorkomen.
- In de NOW-2 wordt een korting, dus een verlaging van de subsidie, van 5% ingevoerd als in de periode van 30 mei 2020 tot en met 30 september 2020 door de werkgever één of meer meldingen worden gedaan in het kader van de Wet melding collectief ontslag (WMCO) én in het WMCO-werkgebied voor 20 of meer werknemers ontslag wegens bedrijfseconomische redenen is aangevraagd. Deze korting vervalt onder meer als met vakbonden of andere personeelsvertegenwoordigingen overeenstemming is bereikt over de WMCO-ontslagen
4. Verbod op inkoop eigen aandelen en uitkeren van dividenden en bonussen
- In de NOW-1 is een verbod ingevoerd op het inkopen van eigen aandelen en het uitkeren van dividenden en bonussen. Dit verbod is onder de NOW-1 echter slechts van toepassing als een subsidieaanvraag gebaseerd is op de bijzondere regeling voor werkmaatschappijen. Deze bijzondere regeling kan, onder nadere voorwaarden, worden toegepast als de groep een omzetdaling van minder dan 20% heeft, maar een individuele werkmaatschappij wel een omzetdaling van 20% of meer kent.
- Onder de NOW-2 mogen geen eigen aandelen ingekocht worden en mogen geen bonussen worden uitgekeerd aan het bestuur en de directie van het concern en de rechtspersoon of vennootschap. Dividend uitkeren aan aandeelhouders is evenmin toegestaan. Hierbij geldt nog dat:
- de begrippen bestuur en directie blijkens de toelichting breed opgevat moeten worden en bestuursleden, directieleden en leden van het management die het beleid bepalen omvatten;
- het verbod geldt over het kalenderjaar 2020 tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld in 2021.
Let op:
- Het algemene verbod in de NOW-2 geldt alleen voor de vennootschap die daadwerkelijk NOW-subsidie aanvraagt!
- Het verbod op inkopen van eigen aandelen, dividenduitkeringen en bonussen geldt ook voor het concern, de groep of de moedermaatschappij als sprake is van een subsidieaanvraag op basis van de bijzondere regeling voor werkmaatschappijen.
- Het algemene verbod geldt niet als de werkgever, of het concern gezamenlijk, een subsidievoorschot van minder dan € 100.000, dan wel een definitieve subsidie van minder dan € 125.000 ontvangt.
5. Overige aspecten
- De aanvraagperiode voor NOW-2 is van 6 juli tot en met 31 augustus 2020.
- Werd de NOW-1 in drie termijnen uitbetaald, de NOW-2 zal in ten hoogste twee termijnen worden uitbetaald.
- De vaststelling van de subsidie moet worden ingediend binnen 24 weken na afloop van de omzetperiode waarvoor gekozen is. De termijn gaat pas lopen vanaf 15 november 2020.
- De termijn van 24 weken wordt verlengd naar 38 weken als een accountantsverklaring moet worden overlegd.
- Net als onder de NOW-1 (zie onze eerdere berichtgeving), moet onder de NOW-2 in beginsel een accountantsverklaring, dan wel een verklaring van een derde deskundige, overlegd worden.
- De werkgever moet, als de eerder genoemde WMCO van toepassing is, om de NOW-2 te kunnen ontvangen gedurende maximaal 4 weken overleggen met vakbonden of andere personeelsvertegenwoordigingen.
- Voor werkgevers gaat een inspanningsverplichting voor scholing gelden. De werkgever moet werknemers stimuleren om een ontwikkeladvies aan te vragen of deel te nemen aan scholing.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise. Wij houden u uiteraard van eventuele nadere ontwikkelingen op de hoogte.