Uitbreiding steunpakket 4e kwartaal 2021
Vanwege de oplopende coronabesmettingen heeft het demissionaire kabinet (hierna: het kabinet) op vrijdag 26 november 2021 aanvullende maatregelen bekendgemaakt om het coronavirus onder controle te krijgen. Deze maatregelen hebben vanzelfsprekend (ook) gevolgen voor bedrijven en werkenden. Om hen te ondersteunen, breidt het kabinet het steunpakket in het 4e kwartaal van 2021 andermaal uit (voor een eerdere uitbreiding zie onze online berichtgeving van 19 november 2021). De huidige uitbreiding houdt onder meer een introductie van de vijfde Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW-5) in. Daarnaast maakte het kabinet bekend dat de reeds aangekondigde TVL-regeling voor het 4e kwartaal van 2021 (TVL Q4 2021) ook wordt uitgebreid, dat het bijzonder uitstel van betaling wordt verlengd en dat de invorderingsrente nog een half jaar langer 0,01% zal bedragen. Voor de sport- en cultuursector komt het kabinet met aanvullende maatregelen.
Hierna gaan wij kort in op de verschillende (fiscale) steunmaatregelen.
Fiscale maatregelen
Bijzonder uitstel van betaling
Het kabinet heeft besloten het bijzonder uitstel van betaling voor belastingschulden te verlengen tot en met het 4e kwartaal van 2021. De verlenging wordt automatisch toegepast op ondernemers die nog openstaande belastingschulden hebben die vallen onder het bijzonder uitstel-van-betalingsbeleid. De verlenging geldt voor alle belastingen die op grond van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis voor uitstel in aanmerking komen en waarvan de uiterste betaaldatum voor 1 februari 2022 verstrijkt. Ondernemers die niet eerder bijzonder uitstel hebben aangevraagd of die hun belastingschulden al hebben afgelost kunnen opnieuw bijzonder uitstel van betaling aanvragen.
Invorderingsrente
De invorderingsrente blijft tot en met 30 juni 2022 0,01% bedragen (zou per 1 januari 2022 worden verhoogd naar 1%). Op 1 juli 2022 wordt de invorderingsrente vervolgens gesteld op 1%. Daarna gaat het percentage halfjaarlijks 1 procentpunt omhoog. Dus op 1 januari 2023 gaat de invorderingsrente naar 2%, op 1 juli 2023 naar 3% en op 1 januari 2024 naar 4%.
Betalingskorting
De hoogte van de betalingskorting is gekoppeld aan de invorderingsrente die de Belastingdienst in rekening brengt. Uitvoeringstechnisch is het niet mogelijk dit te ‘ontkoppelen’. Het verlengen van de periode waarin het verlaagde invorderingspercentage van 0,01% wordt toegepast tot en met 30 juni 2022 brengt dus mee dat de betalingskorting voor veel belastingschuldigen (flink) lager uitvalt.
Grenswerkers
De overeenkomsten met België en Duitsland met betrekking tot het voorkomen van het verschuiven van het heffingsrecht door de thuiswerkmaatregelen gelden op dit moment tot en met 31 december 2021. Gelet op recente ontwikkelingen rondom de coronacrisis zal Nederland België en Duitsland benaderen voor een verdere verlenging van deze overeenkomsten.
Voor de sociale zekerheid is in Europees verband afgesproken dat thuiswerken niet leidt tot een wijziging van de lidstaat waar premies moeten worden betaald. Ook deze maatregel geldt in principe tot 31 december 2021. Door de recente ontwikkelingen van het coronavirus in de gehele Europese Unie staat een verlenging van deze afspraak rond medio december 2021 op de Europese agenda.
NOW-5
Grote lijnen van de NOW-5
De NOW-5 zal gelden voor de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021. Hierdoor telt de omzet van de relatief goede maand oktober 2021 niet mee. De overige parameters blijven grotendeels ongewijzigd. De omzetdrempel blijft op 20% staan, het subsidiepercentage op 85%, de forfaitaire opslag op 40% en het maximaal in aanmerking te nemen loon per werknemer blijft gelijk aan tweemaal het maximumdagloon per maand. De referentiemaand voor de loonsom wordt september 2021 en de referentieomzet wordt – met uitzondering van ondernemers die zijn gestart tussen 1 februari 2020 en 30 september 2021 – bepaald door de omzet in 2019 te delen door zes.
Anders dan bij de voorgaande NOW-regelingen kunnen werkgevers bij de NOW-5-aanvraag niet langer kiezen over welke maanden zij het omzetverlies willen laten berekenen. Voor iedere werkgever wordt het omzetverlies berekend over de maanden november en december 2021. Aanvullend worden nog twee wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de NOW-4. Ten eerste wordt het loonsomvrijstellingspercentage verhoogd naar 15% (was 10% onder de NOW-3 en NOW-4). Ten tweede kunnen ook ondernemers die zijn gestart tussen 1 februari 2020 en 30 september 2021 een NOW-aanvraag indienen. Voor hen gelden wel aparte referentieomzetperioden en -berekeningen.
Verplichtingen werkgever
Vanaf de NOW-3 geldt dat als een werkgever bedrijfseconomisch ontslag aanvraagt tijdens het gebruik van de NOW, op hem een inspanningsverplichting rust om de betreffende werknemers te begeleiden naar nieuw werk. Deze inspanningsverplichting brengt onder meer mee dat de werkgever moet bellen met het UWV. Doet hij dit niet, dan volgt er een korting van 5% op de subsidie. Deze verplichting en bijbehorende sanctie geldt ook onder de NOW-5, zij het alleen voor bedrijfseconomische ontslagen tussen 27 november 2021 tot en met 31 december 2021. Het bonus-, dividend- en aandeleninkoopverbod zal, net zoals voor de NOW-3 en NOW-4, ook voor de NOW-5 blijven gelden.
Nieuw ten opzichte van de voorgaande NOW-regelingen is dat de Werktijdverkortingsregeling (WTV) tijdens de NOW-5 open blijft. De WTV is echter niet van toepassing op coronagerelateerde aanvragen. Om ongewenste dubbele financiering te voorkomen zal de WW-uitkering die een werkgever ontvangt wel worden aangemerkt als omzet voor de doeleinden van de NOW-5.
Openstelling aanvraagloket en vaststellingsloket
Het kabinet streeft ernaar dat werkgevers in december 2021 al een subsidieaanvraag kunnen doen voor de NOW-5. Om dat te bewerkstelligen, is het UWV de systemen van de NOW met de grootst mogelijke spoed aan het inrichten. Het UWV zal het NOW-5-voorschot in één termijn uitbetalen.
TVL Q4 2021
In zijn eerdere Kamerbrief van 16 november 2021 had het kabinet al aangekondigd de TVL nieuw leven in te blazen, zie hiervoor onze online berichtgeving van 19 november 2020. Aanvullend daarop heeft het kabinet nu besloten de TVL Q4 2021 op een aantal punten te verruimen. Allereerst wordt de staatssteungrens per onderneming of groep verbonden ondernemingen opgehoogd naar € 2,3 miljoen (was: € 1,8 miljoen). De maximale subsidiebedragen worden voorts opgehoogd naar € 550.000 voor mkb-ondernemingen en € 600.000 voor niet-mkb-ondernemingen. Daarnaast verhoogt het kabinet het subsidiepercentage naar 100% (was 85%).
Meer informatie over de TVL Q4 2021 vindt u hier. Wilt u meer weten over de begrippen ‘groep verbonden ondernemingen’ en/of ‘(niet-)mkb-onderneming’, kijkt u dan hier.
Aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector
Door de nieuwe maatregelen wordt ook de culturele en creatieve sector wederom hard geraakt: een theatervoorstelling, concert of musical bezoeken na 17.00 uur kan niet meer. Het kabinet maakt € 68 miljoen vrij voor een specifiek steunpakket om de culturele en creatieve sector tot het einde van het jaar te ondersteunen. De uitwerking van dit steunpakket wordt begin 2022 verwacht.
Aanvullende ondersteuning voor de sport
Voor de amateursport zullen de eerdere compensatieregelingen weer worden geopend voor de periode waarin de maatregelen gelden om hen te compenseren voor de vaste lasten en de huurkosten. Ook zullen gemeenten de mogelijkheid krijgen om de ijsbanen en zwembaden te ondersteunen.
Bij de uitwerking van de regeling ter compensatie van gederfde inkomsten als gevolg van het niet langer toestaan van publiek bij professionele sportwedstrijden (zie onze online berichtgeving van 19 november 2020) wordt gekeken naar de samenloop met de NOW en TVL, om overcompensatie te voorkomen.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise om de fiscale en financiële gevolgen van de coronacrisis zo beperkt mogelijk te houden. Wij houden u uiteraard van het vervolg van de fiscale ontwikkelingen op de hoogte.