Tijdelijke solidariteitsbijdrage fossiele sector

3 november 2022
Tijdelijke solidariteitsbijdrage fossiele sector

Staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft op 1 november 2022 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden dat een tijdelijke solidariteitsbijdrage moet introduceren over de winst over 2022 van, eenvoudig gezegd, bedrijven met activiteiten in de ruwe olie, aardgas, kolen en de raffinage van aardolie (wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage). Het gaat om zo’n veertig bedrijven die in 2022 bovengemiddeld veel winst hebben gemaakt door de hoge energieprijzen. De bedoeling is dat de solidariteitsbijdrage met terugwerkende kracht over het jaar 2022 wordt ingevoerd. Voor de jaren 2023 en 2024 geldt (naar verwachting) de tijdelijke verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet, zoals voorgesteld bij nota van wijziging op het Belastingplan 2023 (zie onze berichtgeving van 5 oktober 2022). Hierna gaan wij nader in op het wetsvoorstel.

Materiële vormgeving

Wie zijn bijdrageplichtig?

De solidariteitsheffing zal worden geheven van vennootschapsbelastingplichtige lichamen die in een boekjaar dat aanvangt in 2022 (hierna: bijdragejaar) ten minste 75% van hun netto-omzet (als bedoeld in artikel 2:377 BW) behalen met economische activiteiten op het gebied van winning van koolwaterstoffen, mijnbouw, de raffinage van aardolie of de vervaardiging van cokesovenproducten als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006. Voor buitenlandse vennootschapsbelastingplichtigen wordt aangesloten bij de netto-omzet die wordt behaald met een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger in Nederland. De solidariteitsbijdrage is een afzonderlijke heffing, die wordt geheven naast de vennootschapsbelasting.

Let op: een lichaam dat deel uitmaakt van een fiscale eenheid in de zin van artikel 15 of artikel 15a Wet Vpb 1969 (hierna: fiscale eenheid) is niettemin afzonderlijk bijdrageplichtig.

Bijdragegrondslag

De solidariteitsbijdrage is verschuldigd over de zogenoemde overwinst. Dit is de in het bijdragejaar genoten belastbare winst in de zin van de Wet Vpb 1969 (hierna: Vpb-winst) voor zover die winst meer bedraagt dan 120% van het gemiddelde van de belastbare Vpb-winst over de vier boekjaren die voorafgaan aan het bijdragejaar (zogeheten referentiewinst). Voor buitenlandse vennootschapsbelastingplichtigen geldt hetzelfde, zij het dat wordt aangesloten bij de in Nederland belastbare Vpb-winst die wordt behaald met een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger in Nederland.

Let op: als een bijdrageplichtige deel uitmaakt van een fiscale eenheid, dan moet de belastbare Vpb-winst worden berekend alsof de bijdrageplichtige geen deel uitmaakt van de fiscale eenheid.

Tarief

Het tarief voor de solidariteitsbijdrage bedraagt 33%. De solidariteitsbijdrage is niet aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.

Formele vormgeving

Het wetsvoorstel bevat ook een aantal formeelrechtelijke bepalingen. Samengevat wordt in die bepalingen onder meer het volgende geregeld:

  • De solidariteitsheffing wordt vormgegeven als aangiftebelasting en zal op aangifte moeten worden voldaan. Er zal worden gewerkt met een papieren aangifte.
  • De aangifte moet binnen zeventien maanden na het einde van het bijdragejaar worden gedaan.
  • De betaaltermijn is gelijk aan de aangiftetermijn. De solidariteitsbijdrage moet dus ook binnen zeventien maanden na het bijdragejaar worden voldaan.
  • De naheffingstermijn bedraagt zeven jaar.
  • De bestuurlijke boetebepalingen van de AWR zijn van toepassing bij het niet of te laat indienen van de aangifte en het al dan niet opzettelijk niet, gedeeltelijk niet of niet tijdig betalen van de (in de aangifte vastgestelde) bijdrage.
  • De verjaringstermijn van bepaalde bestuurlijke boetes bedraagt zeven jaar.
  • De regeling van belastingrente is van overeenkomstige toepassing.
  • Alle maatschappijen die in het betreffende tijdvak deel uitmaken of uitmaakten van dezelfde fiscale eenheid vennootschapsbelasting als de bijdrageplichtige zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de (niet-betaalde) solidariteitsbijdrage en de daarmee samenhangende andere in te vorderen bedragen (zoals verschuldigde rente en boetes).

Commentaar KPMG Meijburg & Co

Ruim een jaar geleden werd de invoering van een solidariteitsheffing door de vorige staatssecretaris van Financiën (Vijlbrief) nog categorisch afgewezen. Ook de huidige staatssecretaris Van Rij wees een solidariteitsheffing in juli 2022 nog af, omdat deze niet uitvoerbaar was. Enkele maanden later lijkt de solidariteitsheffing er toch te komen en moet zij zo’n € 3,2 miljard opleveren. Naar verwachting treft de solidariteitsheffing slechts een beperkt aantal bedrijven (circa veertig). Het gaat daarbij om bedrijven die zich bezighouden met het winnen of raffineren van olie en gas. Andere bedrijven in de energiesector, zoals olie- en gashandelaren en exploitanten van zonneparken, blijven buiten de reikwijdte van de heffing. Indien een bijdrageplichtige onder de solidariteitsheffing valt omdat – eenvoudig gezegd – ten minste 75% van de omzet wordt behaald met het winnen of raffineren van olie en gas, dan behoort niet alleen de winst met het behalen van die activiteiten tot de grondslag. Ook eventuele winst uit andere activiteiten die tot de overwinst behoort, wordt in dat geval in de solidariteitsheffing betrokken.

Wilt u meer informatie over de solidariteitsheffing, dan is uw Meijburgadviseur u vanzelfsprekend graag van dienst.

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.