Opzegging bankrelatie

20 december 2022
jaa

De Rechtbank Amsterdam heeft recent een vonnis gewezen (Rechtbank Amsterdam 22 augustus 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:5062) waarin de rechtbank oordeelde dat het door de bank (i.e. ABN AMRO Bank N.V. (ABN))  opzeggen van de bankrelatie met haar klant (i.e. VanEps) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.

Achtergrond

VanEps is een advocatenkantoor, opgericht naar het recht van Curaçao, dat kantoor houdt op Curaçao, Aruba, Sint Maarten en Amsterdam. VanEps heeft al vele jaren een zakelijke betaalrekening bij ABN. In dat kader is er een overeenkomst overeengekomen, waarbij algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Op grond van die voorwaarden heeft ABN het recht de bancaire relatie zonder opgave van reden op te zeggen met inachtneming van een termijn van 30 dagen.

ABN heeft op enig moment een wijziging doorgevoerd in haar buitenlands beleid. ABN heeft in meer dan 100 landen Commercial Banking-klanten en in al deze jurisdicties moet ABN voldoen aan steeds strengere internationale en lokale wet- en regelgeving, bijvoorbeeld in het kader van klant- en transactieonderzoek om witwassen en andere vormen van fraude te voorkomen. Dit is een kostbare exercitie en dus reden voor ABN om haar buitenlands beleid te wijzigen. Dit past overigens in een meer algemene trend waar al langer sprake van is, zoals ook blijkt uit recente berichtgeving in bijvoorbeeld Het Financieele Dagblad van 12 december 2022.

ABN heeft  aan VanEps per brief van 3 maart 2021 medegedeeld dat de dienstverlening met de vestiging van VanEps op Curaçao per 1 september 2021 zal worden beëindigd. VanEps heeft daarop schriftelijk gereageerd en hiertegen bezwaar gemaakt. Op 25 oktober 2021 heeft ABN aan VanEps in een brief medegedeeld dat de door VanEps gestelde belangen niet maken dat de opzegging in onaanvaardbaar is. Daarbij heeft ABN aan VanEps een verlenging van de opzegtermijn met 3 maanden geboden. Nadien heeft ABN nogmaals een verlenging van de opzegtermijn geboden, te weten tot 31 maart 2022.

VanEps is vervolgens een kort geding gestart en heeft gevorderd dat ABN de bankrelatie voortzet. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft ABN verboden uitvoering te geven aan de opzegging en bepaald dat VanEps binnen zes weken na de datum van het kortgedingvonnis een bodemprocedure aan dient te brengen. VanEps brengt de bodemprocedure vervolgens aan. Daarbij gaat het om de vraag of de opzegging door ABN naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Beoordeling rechtbank in bodemprocedure

De rechtbank stelt allereerst vast dat ABN een contractuele opzeggingsbevoegdheid heeft en dat de opzegging in overeenstemming met de toepasselijke voorwaarden heeft plaatsgevonden. Vervolgens stelt de rechtbank dat een dergelijke opzegging toch niet rechtsgeldig is, als die opzegging, gelet op de omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij dient de rechtbank een belangenafweging te maken, waarbij onder andere rekening moet worden gehouden met de bancaire zorgplicht zoals die ook is neergelegd in de toepasselijke voorwaarden.

VanEps wijst daarbij (kort samengevat) op het belang dat VanEps heeft bij:

  • het kunnen verrichten en ontvangen van betalingen tegen lagere kosten dan wanneer die betalingen via een buitenlandse (i.e. Curaçaose) bank worden verricht, resp. ontvangen;

  • het niet hebben van een koersrisico, hetgeen VanEps wel zou hebben wanneer zij uitsluitend een Curaçaose bankrekening heeft nu zij bij de Curaçaose bank geen eurorekening kan openen;

  • het hebben van een rekening bij ABN omdat een dergelijke rekening vertrouwen wekt bij Europese klanten en het niet hebben van een dergelijke rekening tot omzetverlies zal leiden;

  • het hebben van een rekening bij ABN omdat een dergelijke rekening noodzakelijk is voor het ontvangen van betalingen voor diensten verricht door haar advocaten in Nederland; en

  • het kunnen verrichten van betalingen aan partijen die kennelijk alleen betalingen accepteren die afkomstig zijn van de bankrekening bij ABN (zoals verzekeraars, gerechtelijke instanties en de Kamer van Koophandel).

Tegenover deze belangen van VanEps, staat het belang van ABN bij het gebruik kunnen maken van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid teneinde:

  • toenemende inspanningen op het gebied van fraude- en witwasbestrijding en daarmee gepaard gaande kosten voor compliance en extern toezicht te voorkomen;

  • in dat kader een strategische heroriëntatie te kunnen doorvoeren, waarbij de internationale zakentak zo goed als mogelijk te ontmantelen en te stoppen met haar dienstverlening in honderd landen (waaronder Curaçao) buiten Noordwest-Europa waar zij maar een beperkt aantal klanten bedient.

In het kader van de belangenafweging stelt de rechtbank vast dat de strategische keuze van ABN legitiem is. Daarnaast stelt de rechtbank dat VanEps voor haar bedrijfsvoering niet afhankelijk is van de betaalrekening bij ABN, nu het merendeel van de transacties wordt afgewikkeld via andere banken. Verder wordt VanEps door de beëindiging van de bankrekening ook niet uitgesloten van het bancaire systeem nu zij over andere rekeningen beschikt. Ten slotte heeft VanEps niet aangetoond dat het onmogelijk is om een rekening bij een andere Nederlandse bank te openen.

De rechtbank overweegt dat de contractsvrijheid van ABN niet zo ver behoort te worden ingeperkt dat ABN verplicht is VanEps te behoeden voor hogere kosten of vertraging in het betalingsverkeer. De rechtbank stelt dat de belangen van beide partijen even zwaar wegen. Daarmee is de opzegging door ABN volgens de rechtbank niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.

Conclusie

Het vonnis van de rechtbank Amsterdam laat zien dat zaken betreffende de opzegging door banken van bancaire relaties sterk casuïstisch is. In dit verband verwijzen wij bijvoorbeeld naar de volgende link. Het komt telkens aan op een belangenafweging, waarbij alle omstandigheden van het geval een rol spelen. De rechtbank komt in dit geval tot de conclusie dat de belangen van beide partijen even zwaar wegen en dat daardoor de opzegging in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.

Bent u een partij die wordt geconfronteerd met een bank die haar dienstverlening wenst te wijzigen of te beëindigen en heeft u daarbij hulp of advies nodig? Neem dan gerust contact op met de specialisten van Meijburg Legal.

 

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.