Is een bank verplicht om een bankrekening aan te bieden aan een zakelijke klant?

20 december 2022
hallo

24 januari 2022

De Hoge Raad heeft, na een lange aanloop, recent een arrest gewezen (HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1652) waaruit blijkt dat banken niet zonder meer zakelijke klanten die een rekening willen openen of behouden kunnen weigeren.

Achtergrond

Yin Yang c.s. (Yin Yang) is een groep vennootschappen die (kort samengevat) een saunaclub exploiteren. Yin Yang heeft meerdere zakelijke rekeningen bij ING Bank N.V. (ING) en ook een overeenkomst met ING om contant geld te storten, de zogenoemde overeenkomst ‘verpakt afstorten’. In 2016 heeft er bij Yin Yang een doorzoeking door de politie plaatsgevonden. De politie heeft bij de doorzoeking onder andere contant geld, drugs en wapens gevonden. Yin Yang is door deze doorzoeking meermaals in de media verschenen.

Naar aanleiding van de doorzoeking heeft ING een klantonderzoek uitgevoerd. Uit dat onderzoek blijkt dat Yin Yang in een jaar tijd bijna € 5 miljoen contant geld heeft gestort bij ING tegenover bijna € 1 miljoen aan pintransacties. Volgens ING heeft Yin Yang onvoldoende gegevens aan de bank verschaft om de herkomst van het contante geld te kunnen achterhalen. Hierdoor kan ING niet garanderen aan toezichthouders dat haar rekeningen niet worden gebruikt voor witwassen. ING maakt daarom per brief van 10 maart 2017 kenbaar dat zij de overeenkomst verpakt afstorten per direct opzegt. Daarnaast maakt ING per brief van 14 april 2017 kenbaar aan Yin Yang dat zij de bankrelatie wil beëindigen omdat ING geen vertrouwen meer heeft in het voorzetten van de bankrelatie.

Yin Yang vordert vervolgens in kort geding ING te veroordelen de bankrelatie voort te zetten. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken van Yin Yang af, maar in hoger beroep vernietigd het hof dit vonnis in kort geding en veroordeeld het ING de bankrelatie tot 1 januari 2018 voort te zetten. In de daaropvolgende periode neemt Yin Yang verschillende maatregelen om integriteitsrisico’s te beperken en probeert Yin Yang bij andere banken een bankrekening te openen, maar zonder succes.

Inmiddels heeft het Openbaar Ministerie de twee bestuurders van Yin Yang op de hoogte gesteld dat er een strafrechtelijk onderzoek naar hen is gestart in verband met witwassen. Uiteindelijk zegt ING bij brief van 8 november 2017 de bankrelatie met Yin Yang op per 1 januari 2018.Yin Yang start daarop weer een kort geding bij de voorzieningenrechter en vordert (wederom) voortzetting van de bankrelatie met ING en voortzetting van overeenkomst verpakt afstorten. De voorzieningenrechter wijst ook deze vordering weer af. Ditmaal bekrachtigt het hof dat vonnis grotendeels, maar veroordeelt het ING daarbij wel de bankrelatie en de overeenkomst verpakt afstorten voort te zetten tot en met 16 februari 2018.

In de zomer van 2018 wordt tussen de twee bestuurders van Yin Yang en het Openbaar Ministerie vervolgens een schikking getroffen betreffende de verdenking van het driemaal wisselen van contant geld zonder een geldige vergunning. Voor het overige seponeert het Openbaar Ministerie de strafzaak tegen Yin Yang en haar bestuurders. Ondanks het sepot, weigert ING om de overeenkomst tot verpakt afstorten en de bankrelatie met Yin Yang voort te zetten dan wel te herstellen.

Yin Yang start daarop wederom een kort geding en vordert ING te veroordelen de overeenkomst tot verpakt afstorten en de bankrelatie met Yin Yang voort te zetten dan wel te herstellen. Ditmaal wijst de voorzieningenrechter de vorderingen toe, mits, met betrekking tot de overeenkomst verpakt afstorten, Yin Yang aan bepaalde voorwaarden voldoet. ING stelt vervolgens dat Yin Yang niet aan die voorwaarden voldoet en herstelt de overeenkomst verpakt afstorten niet. Daarop vindt wederom een kort geding procedure plaats waarin ING in eerste instantie wordt veroordeeld (kort samengevat) de overeenkomst tot verpakt afstorten en de bankrelatie met Yin Yang voort te zetten dan wel te herstellen. In hoger beroep gaat het voor Yin Yang evenwel alsnog mis. ING kondigt vervolgens aan over te gaan tot afwikkelingen van alle betrokken rekeningen van Yin Yang. Yin Yang vordert vervolgens wederom in kort geding ING te veroordelen de overeenkomst tot verpakt afstorten en de bankrelatie met Yin Yang voort te zetten dan wel te herstellen.

Kort geding en hoger beroep

In deze laatste kort geding procedure, wijst de voorzieningenrechter de vorderingen af. In hoger beroep begrijpt het hof de vorderingen van Yin Yang zo dat gevraagd wordt ING te veroordelen een nieuwe bankrelatie en een nieuwe overeenkomst verpakt afstorten aan te gaan. Het hof vernietigd het vonnis en veroordeelt ING om Yin Yang in staat te stellen een betaalrekening bij ING aan te houden, zonder ING daarbij te verplichten een faciliteit aan te bieden voor het storten van contact geld.

Het hof maakt daarbij een belangenafweging tussen enerzijds het beginsel van contractsvrijheid, op grond waarvan iedereen het recht heeft om niet te worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan met een ander, en anderzijds de maatschappelijke functie van banken op grond waarvan zij een bijzondere zorgplicht hebben ten opzichte van derden met wier belangen banken rekening moeten houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Het hof stipt hierbij aan dat het niet hebben van een bankrekening, het vrijwel onmogelijk maakt om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer. Daarbij zoekt het hof aansluiting bij artikel 4:71f Wft. Dit artikel verplicht banken binnen de EU om consumenten in de gelegenheid te stellen om een bankrekening te kunnen openen. Weliswaar geldt dit artikel voor consumenten en niet voor rechtspersonen zoals Yin Yang, maar daaruit vloeit volgens het hof niet voort dat de contractsvrijheid van ING ten opzichte van Yin Yang ongelimiteerd is. Hierdoor kan ING volgens het hof onder bijzondere omstandigheden verplicht zijn ook met een rechtspersoon een bankrelatie aan te gaan.

Het hof beoordeelt vervolgens naar de omstandigheden van dat moment of ING daartoe gehouden is en komt tot de conclusie dat dit het geval is voor zover het het aanhouden van een bankrekening betreft. ING is evenwel niet verplicht om ook een faciliteit voor het storten van contact geld aan te bieden. Dit omdat (kort samengevat) de witwas- en integriteitsrisico’s voor ING te groot zijn in dit specifieke geval waarbij Yin Yang de klanten niet op legitimatie controleert, persoonsgegevens niet worden geregistreerd, veel contante betalingen worden verricht en in een integriteitsgevoelige relaxbranche opereert. Daarnaast kan Yin Yang ook zonder de overeenkomst verpakt afstorten deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Overwegingen Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigt de juistheid van het door het hof genomen uitgangspunt dat op banken op grond van hun maatschappelijke positie een plicht kan rusten om een zakelijke klant een rekening aan te bieden. Het is, ook als bedrijf, vrijwel onmogelijk om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer zonder het hebben van een rekening bij de bank. De Hoge Raad erkent daarbij dat banken een gerechtvaardigd belang kunnen hebben om bepaalde klanten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s en dat dit belang eraan in de weg kan staan om een bank te verplichten een betaalrekening aan te bieden aan een klant. Anders dan ING is de Hoge Raad evenwel van mening dat het hof deze belangen heeft afgewogen en de uitkomst daarvan niet onbegrijpelijk of onvoldoende heeft gemotiveerd.

Conclusie

De Hoge Raad heeft met dit arrest duidelijk gemaakt dat een bank ook verplicht kan zijn om zakelijke klanten een bankrekening aan te bieden. Het komt daarbij aan op de belangenafweging tussen enerzijds het belang van de bank bij zijn contractsvrijheid en anderzijds het belang van de klant van de bank bij het aanhouden van bankrekening zodat die klant kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Indien u moeilijkheden ervaart met of vragen heeft ten aanzien van het openen of aanhouden van een bankrekening, kunt u contact opnemen met de specialisten van Meijburg Legal.

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.