Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen: kabinet aan zet na internetconsultatie

24 januari 2020
Wet bedrag ineens

Van 18 november tot 9 december 2019 kon worden gereageerd op de internetconsultatie van het wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen (hierna: het wetsvoorstel). Het doel van het wetsvoorstel is tweeledig. Enerzijds beoogt het deelnemers in de uitkeringsfase meer flexibiliteit te geven in de aanwending van hun pensioenvermogen. Dit wordt gerealiseerd door een deel van de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken te kunnen opnemen als bedrag ineens. Anderzijds beoogt het wetsvoorstel een tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing en een uitbreiding van het verlofsparen zodat werknemers op een gezonde manier hun pensioen kunnen halen.

Voorwaarden opnemen van een bedrag ineens van het pensioenvermogen

Het wetsvoorstel introduceert een de mogelijkheid voor deelnemers aan een pensioenregeling om tot 10% van het door hun opgebouwde pensioen ineens te kunnen opnemen op de pensioeningangsdatum. Hieraan zijn vier cumulatieve voorwaarden verbonden:

  1. De afkoopsom mag maximaal 10% van de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken op ouderdomspensioen betreffen.
  2. De gedeeltelijke afkoop dient plaats te vinden op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.
  3. Gedeeltelijke afkoop kan niet samengaan met toepassing van de hoog-laagconstructie. Onder een hoog-laagconstructie wordt verstaan het laten variëren van de hoogte van het ouderdomspensioen, met veelal een hogere pensioenuitkering in de eerste jaren na pensionering.
  4. De resterende levenslange pensioenuitkering na de gedeeltelijke afkoop dient minstens € 484 per jaar te bedragen.

Vrijstelling van RVU-heffing

Het wetsvoorstel introduceert verder ook een gedeeltelijke vrijstelling van de RVU-heffing (RVU: regeling voor vervroegde uittreding). Het vrijstellingsbedrag geldt uitsluitend voor zover de uitkeringen plaatsvinden in de periode van 36 maanden voor de pensioengerechtigde leeftijd. De hoogte van de vrijstelling bedraagt € 1.767 vermenigvuldigd met het aantal maanden tussen de eerste uitkering in de genoemde periode en het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (per vol kalenderjaar dus € 21.200). Voor zover de uitkeringen het maximumbedrag overschrijden, is naar rato van de overschrijding de pseudo-eindheffing verschuldigd en wel voor het eerst in het loonaangiftetijdvak waarin de vrijstellingsdrempel is overschreden. De reden van deze regeling is dat een deelnemer eerder zal voldoen aan de voorwaarden voor een RVU door de gedeeltelijke afkoop bij ingangsdatum van het ouderdomspensioen zoals hiervoor beschreven. De versoepeling van de RVU-heffing betreft een tijdelijke maatregel voor de duur van vijf jaar.

Verlofsparen

Het wetsvoorstel bevat regels met betrekking tot de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof. Op dit moment kunnen werknemers maximaal 50 weken fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof opsparen. Met het wetsvoorstel wordt deze fiscale grens verhoogt naar 100 weken. De gedachte is dat het opgebouwde verlof op allerlei momenten gedurende de loopbaan (gedeeltelijk) kan worden opgenomen.

Beschouwing

Indien deelnemers er voor kiezen om een bedrag ineens op te nemen uit hun pensioenvermogen, heeft dat invloed op de inkomenstoets voor inkomensafhankelijke regelingen en toeslagen. Het opnemen van een bedrag ineens leidt tot een stijging van het bruto inkomen in het jaar van opname.

De keuzemogelijkheid voor deelnemers om een bedrag ineens op te nemen heeft ook invloed op de buffers van pensioenfondsen en op hun informatieverplichtingen. Daarnaast kunnen ook internationale (belasting)aspecten een rol spelen bij het naar voren halen van de uitkering indien deelnemers na ingangsdatum van het ouderdomspensioen verhuizen naar het buitenland. In de Memorie van toelichting op het wetsvoorstel wordt niet ingegaan op de eventuele samenloop van het verlofsparen en de mogelijkheid dat sprake is van een RVU. Dit onderdeel verdient in het definitieve wetsvoorstel een nadere toelichting. 

Voor nu is afwachten wat de Ministers van Sociale zaken en Financiën en de staatssecretaris van Financiën zullen doen met de ontvangen reacties op de internetconsultatie.

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.