Tweede Kamer neemt bij stemming over pakket Belastingplan 2024 diverse amendementen en moties aan
Op vrijdag 27 oktober 2023 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het pakket Belastingplan 2024, de Wet minimumbelasting 2024 en de Fiscale verzamelwet 2024. De Tweede Kamer heeft ook een aanzienlijk aantal fiscale amendementen en moties aangenomen. Hierna sommen wij de aangenomen wetsvoorstellen op en lichten wij de aangenomen amendementen en moties nader toe. Daarnaast zullen wij ingaan op enkele nota’s van wijziging die na het verschijnen van ons Prinsjesdagmemorandum zijn ingediend en nu deel uitmaken van de aangenomen wetsvoorstellen.
Aangenomen wetsvoorstellen
In totaal stemde de Tweede Kamer over zeventien fiscale wetsvoorstellen. De Kamer nam alle zeventien wetsvoorstellen aan.
Pakket belastingplan 2024:
- Belastingplan 2024;
- Belastingplan BES eilanden 2024;
- Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling;
- Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling;
- Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen;
- Wet compensatie wegens selectie aan de poort;
- Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm;
- Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024;
- Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting;
- Overige fiscale maatregelen 2024;
- Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw;
- Fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit;
- Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag;
- Wet tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2024 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon;
- Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning.
Overige wetsvoorstellen:
- Wet minimumbelasting 2024;
- Fiscale verzamelwet 2024.
Nota’s van wijziging
Na het verschijnen van ons Prinsjesdagmemorandum zijn verschillende nota’s van wijziging ingediend. Een aantal nota’s bevatte enkel technische en/of redactionele aanpassingen. Andere nota’s voerden wel inhoudelijke wijzingen door. Deze laatste nota’s zullen wij bespreken.
Nota van wijziging Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen
De nota van wijziging van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen voorziet in een regeling die ertoe strekt dat als een open cv(-achtige) in 2024 in principe bronbelastingplichtig is ter zake van dividenden op grond van de hybridebepaling van 2.1 lid 1 onderdeel e Wet bb 2021, er niettemin mag worden doorgekeken naar de achterliggers. Op het niveau van deze achterliggers moet vervolgens worden bepaald of ter zake van de betreffende dividenden sprake is van bronbelastingplicht.
Opmerking verdient dat deze regeling is beperkt tot voordelen in de vorm van dividend – en dus niet geldt voor renten en royalty’s. Eveneens is belangrijk dat de regeling alleen van toepassing is als de open cv(-achtige) op basis van de Wet bb 2021 in principe bronbelastingplicht is op grond van de hybridebepaling van 2.1 lid 1 onderdeel e. De tegemoetkoming is daarom bijvoorbeeld niet van toepassing als de
open cv(-achtige) bronbelastingplichtig is vanwege de oprichting naar het recht van of vestiging in een laagbelastende jurisdictie.
Nota van wijziging Belastingplan 2024
De nota van wijziging van het Belastingplan 2024 beperkt de jaarlijkse inflatiecorrectie ter zake van bepaalde bedragen in de Wet inkomstenbelasting en bepaalde drempelbedragen in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, en voorziet in een regeling ter voorkoming van economisch dubbele belasting als gevolg van de aanvullende CFC-maatregel in de Wet Vpb en de kwalificerende binnenlandse bijheffing in het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024. Ook wordt wettelijk vastgelegd dat de minimumbelasting niet aftrekbaar is voor de vennootschapsbelasting.
Nota van wijziging Wet minimumbelasting 2024
Na publicatie van de modelregels heeft het Inclusive Framework administratieve richtsnoeren gepubliceerd. De nota van wijziging van de Wet minimumbelasting 2024 strekt tot het wettelijk verankeren van een aantal onderdelen van die richtsnoeren in de Wet minimumbelasting 2024, zoals de definitie van kwalificerend belang, de belastinglatenties met betrekking tot het verkrijgen van een recht op verrekening van belasting en de verrekening van belasting, de tijdelijke veiligehavenregel voor de onderbelastewinstmaatregel en de kwalificerende binnenlandse bijheffing veiligehavenregel.
Aangenomen amendementen
De Tweede Kamer heeft een aanzienlijk aantal amendementen op de diverse wetsvoorstellen aangenomen. Deze amendementen wijzigen de wetsvoorstellen en maken onderdeel uit c.q. gaan onderdeel uitmaken van de wetsvoorstellen zoals die naar de Eerste Kamer gaan.
Belastingplan 2024
Tariefsverhoging box 2, box 3 en bankenbelasting, afschaffen aandeleninkoopfaciliteit (36 418, nr. 11)
Dit amendement regelt dat het hoge tarief in box 2 (voor ab-inkomen boven de € 67.000) per 1 januari 2024 stijgt van 31% naar 33%, het box 3-tarief per 1 januari 2024 wordt verhoogd naar 36%, de bankenbelasting per 2024 wordt verhoogd en de inkoopfaciliteit voor beursvennootschappen in de dividendbelasting per 1 januari 2025 wordt afgeschaft. Met de opbrengsten wordt het minimumloon verhoogd met 1,2%.
Geen afschaffing giftenaftrek Vpb, excessief lenen naar € 500.000 (36 418, nr. 60)
Het amendement regelt dat de afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor giften onder de € 100.000 niet doorgaat. Ter dekking wordt het maximumbedrag voor excessief lenen van de eigen vennootschap met ingang van 1 januari 2024 verlaagd van € 700.000 naar € 500.000 (voor de peildatum van 31 december 2024).
Versobering 30%-regeling (36 418, nr. 63)
Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 de 30%-regeling voor ten hoogste de eerste 20 maanden kan worden gesteld op maximaal 30% van – kort samengevat – het belastbare loon. Voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op maximaal 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot maximaal 10% van dat loon. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 een vergoeding genoten waarvoor deze werknemers in het bezit waren van een 30%-beschikking (zie voor meer informatie dit nieuwsbericht).
Afschaffing partiële belastingplicht (36 418, nr. 69)
Dit amendement schaft de buitenlandse partiële belastingplicht af. De buitenlandse partiële belastingplicht is een aanvullende fiscale faciliteit voor expats die gebruik maken van de 30%-regeling. Door deze faciliteit hoeven zij geen box 2 of 3 belasting te betalen over hun buitenlands kapitaalinkomen. Er geldt een overgangsregeling, waardoor expats aan wie reeds op 31 december 2023 de 30%-regeling is toegekend, nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik kunnen maken van deze fiscale regeling (zie voor meer informatie dit nieuwsbericht).
Beperking verlaging mkb-winstvrijstelling (36 418, nr. 43)
Met dit amendement wordt de voorgenomen verlaging van de mkb-winstvrijstelling voor 2024 nagenoeg gehalveerd, waarmee de mkb-winstvrijstelling op een percentage van 13,31 procent komt. De dekking voor dit voorstel wordt gevonden in het met één jaar vervroegen van de afschaffing van de vrijstelling duaal verbruik en non-energetisch gebruik kolen van 2028 naar 2027.
Geldende accijnskorting brandstof één jaar doorgetrokken (36 418, nr. 83)
De vanaf 1 juli 2023 geldende accijnskorting voor benzine, diesel en LPG wordt met dit amendement één jaar doorgetrokken en de reguliere verhoging (indexatie) per 1 januari 2024 wordt niet doorgevoerd. Bij ongewijzigd beleid had deze voorgenomen accijnsverhoging ertoe geleid dat 1 liter benzine met bijna 21 eurocent extra belast zou worden. Voor 1 liter diesel zou dan ruim 13 cent extra aan belasting geheven worden aan de pomp. Ter dekking worden nog niet-bestemde middelen uit het Nationaal Groeifonds aangewend.
Verlaging energiebelasting, lagere indexatie en hogere Aof-premie (36 418, nr. 68)
Het amendement regelt een belastingvermindering vanaf 2024 in de Wet belastingen op milieugrondslag (energiebelasting) van € 200 miljoen. Dekking wordt deels gevonden in een (nog verdere) beperking van de indexatiefactor ter zake van bepaalde bedragen in de inkomstenbelasting en loonbelasting en deels in verhoging van het hoge tarief van de Aof-premie met 0,05%.
Rechtvaardigere en logischer afbouw van de IACK (36 418, nr. 61)
Het amendement implementeert een rechtvaardigere en logischere afbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) dan de afbouw die het kabinet vorig jaar heeft voorgesteld. Allereerst bouwt het amendement de IACK af in negen stappen voor alle ouders die op basis van hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK, inclusief ouders van kinderen geboren na 31 december 2024. Voorts stelt het amendement de afschaffing van de IACK met twee jaar uit, van 2025 naar 2027. Hiermee wordt aangesloten bij het feit dat het nieuwe kinderopvangstelsel twee jaar vertraagd is en in 2027 ingaat. Hiermee is de IACK op 1 januari 2035 uitgefaseerd. Deze afbouw is budgetneutraal vormgegeven.
Regeling voor fiscaal bovenmatige pensioenregelingen (36 418, nr. 108)
In specifieke situaties (met name bij kappers) kan een pensioenregeling fiscaal bovenmatig worden. Voor deze situaties wordt met dit amendement een regeling getroffen.
Uitfasering verlaagd tarief walstroom (36 418, nr. 27)
Dit amendement regelt dat het verlaagde tarief voor walstroom van 2024 tot en met 2033 in tien stappen wordt verhoogd. Met ingang van 1 januari 2033 is het tarief 100% van het reguliere tarief. De opbrengst van het afbouwen van het verlaagd walstroomtarief wordt aangewend voor de jaarlijkse verlaging van het energiebelastingtarief op elektriciteit in de eerste (nieuwe) schijf.
Verlaging startgewicht vliegtuigen vliegbelasting (36 418, nr. 29)
Met dit amendement wordt per 1 juli 2024 het maximaal toegelaten startgewicht dat onderdeel is van de voor de vliegbelasting geldende definitie van “vliegtuig” verlaagd van 8.616 kilogram naar 4.000 kilogram. Hiermee wordt ook het vertrek van passagiers van vliegtuigen tussen 4.000 kilogram en 8.616 kilogram in de vliegbelasting betrokken. Voorzien wordt in een mogelijkheid om bijvoorbeeld sproei-, les- of ambulancevliegtuig uit te zonderen.
Halvering voorgenomen verhoging accijns op alcohol (36 418, nr. 111)
In het Belastingplan wordt een voorstel gedaan om de accijns op alcohol met 16,3% te verhogen. Met dit amendement wordt de voorgenomen accijnsstijging nagenoeg gehalveerd. Ter dekking van dit amendement worden twee aanpassingen in het Belastingplan doorgevoerd: een verhoging van het accijnstarief op tabak en een verhoging van de kansspelbelasting met 1 procentpunt.
Verzoek om inzage in fiscale dossier (36 418, nr. 110)
Dit amendement regelt een recht voor een belastingplichtige of inhoudingsplichtige om een verzoek om inzage in zijn fiscale dossier te doen.
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024
Vrijstelling naar 75% en vervallen van ‘ten minste 0,5%’ (36 421, nr. 11)
Het amendement regelt dat per 1 januari 2025 de vrijstelling voor ondernemingsvermogen boven de € 1,5 miljoen in de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) wordt gesteld op 75% (in plaats van 70%). Daarnaast regelt het amendement dat de voorwaarde in de verwateringsregeling dat een indirect belang van ten minste 0,5% moet worden gehouden, komt te vervallen voor situaties waarin de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn is. Met deze aanpassing beogen de indieners te regelen dat oude familiebedrijven die al van vele generaties op generaties zijn overgegaan en juist zijn gericht op hun lange termijn voortbestaan, toegang blijven behouden tot de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, ook als de belangen vergaand verwateren over vele familieleden.
Ter dekking van deze versoepelingen wordt met ingang van 1 januari 2025 de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 verlaagd naar € 30.000 (fiscale partners: € 60.000).
Vervallen registratievoorwaarde vruchtwisseling (36 421, nr. 8)
Dit amendement bewerkstelligt dat voor de BOR en de doorschuifregeling de voorwaarde van een registratie bij de grondkamer vervalt, mits sprake is van een schriftelijke pachtovereenkomst waarbij tevens is voldaan aan de in artikel 7:396, eerste lid, onderdelen a tot en met c, BW opgenomen voorwaarden voor noodzakelijke vruchtwisseling.
Belastingplan BES eilanden 2024
Belastingvrije som BES niet langer lager dan minimumloon (36 419, nr. 9)
Dit amendement regelt dat de belastingvrije som op de BES niet langer lager is dan het minimumloon. Dit amendement herstelt een omissie waardoor de minimumloonverhoging deels wordt afgeroomd door de fiscus.
Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw/ industrie en elektriciteit
Afbouwpad verlaagd tarief glastuinbouw naar tien jaar (36 426, nr. 14)
Dit amendement verlengt het afbouwpad voor het verlaagd tarief glastuinbouw van vijf naar tien jaar. De dekking hiervoor wordt gevonden in de CO2-heffing binnen de glastuinbouwsector, die in 2025 wordt geïntroduceerd.
Jaarlijkse evaluatie WKK-maatregel (36 426, nr. 13)
Dit amendement implementeert een jaarlijkse evaluatiebepaling vanaf de inwerkingtreding van de warmtekrachtkoppelingsmaatregel (WKK-maatregel).
Afschaffing duaal verbruik per 2027 (36 432, nr. 11)
Met dit amendement wordt de voorgenomen afschaffing van de vrijstelling duaal verbruik en non-energetisch gebruik kolen naar voren gehaald, van 2028 naar 2027.
Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm
Tegemoetkoming kosten Wahv op zelfde wijze als WOZ en bpm (36 427, nr. 7)
Dit amendement regelt dat de vergoedingen ter tegemoetkoming in de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in het kader van procedures tegen administratieve sancties als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) worden verlaagd op dezelfde wijze als wordt gedaan ten aanzien van procedures tegen een WOZ-beschikking, bpm-aangifte of bpm-naheffingsaanslag.
Aangenomen moties
De Tweede Kamer heeft ook een groot aantal moties aangenomen. Met deze moties geven de Kamerleden een oordeel over het gevoerde beleid, vragen zij de regering iets (niet) te doen of doen zij meer in het algemeen een uitspraak over bepaalde zaken of actuele ontwikkelingen.
Analyse stapeling maatregelen metallurgische en mineralogische sector (36 418, nr. 70)
De motie verzoekt de regering een analyse te maken van de stapeling van alle voorgestelde en alle aangenomen maatregelen gericht op de metallurgische en mineralogische sector en de Kamer hier voor het tweede kwartaal van 2024 over te informeren. En verzoekt de regering tevens om additioneel beleid zoals een aangepast afbouwpad of additioneel stimulerend beleid te verkennen en voor te bereiden, waarmee op basis van deze analyse het handelingsperspectief van deze sectoren kan worden verbeterd en het werkelijke risico kan worden verkleind.
Monitoren grenseffecten accijnsverhoging (36 418, nr. 71)
De motie verzoekt de regering om te monitoren wat de effecten van de uiteindelijke accijnsverhoging zijn op de grensoverschrijdende aankopen van alcohol en andere producten door Nederlandse consumenten, wat het effect is voor de lokale middenstand in de grensregio's en wat de opbrengsten van de verhoogde accijns zijn ten opzichte van de ramingen, hierover in gesprek te gaan met de sector, en de Kamer hier uiteindelijk voor de zomer 2024 over te informeren.
Differentiatie in de verbruiksbelasting (36 418, nr. 72)
De motie verzoekt de regering om differentiatie in de verbruiksbelasting in suikerhoudende dranken tussen vruchtensappen en andere dranken mogelijk te maken.
De evaluatie van de 30%-regeling zo snel mogelijk starten (36 418, nr. 73)
De motie verzoekt de regering de evaluatie van de 30%-regeling zo snel mogelijk, en uiterlijk in 2024, te starten.
Mondiale minimumvermogensbelasting voor miljardairs (36 418, nr. 74)
De motie verzoekt de regering om met zo veel mogelijk OESO-landen een kopgroep te vormen die actief zal gaan pleiten voor de invoering van een mondiale minimumvermogensbelasting voor miljardairs.
Verbruiksbelasting op e-sigaretten (36 418, nr. 75)
De motie verzoekt de regering, vooruitlopend op de herziening van de Europese Accijnsrichtlijn, voor het zomerreces 2024 een wetsvoorstel in te dienen om een verbruiksbelasting in te voeren op e-sigaretten.
Wereldwijde miljardairsbelasting (36 418, nr. 76)
De motie verzoekt de regering om zich in internationaal verband in te zetten voor een wereldwijde miljardairsbelasting en daarbij samen met een of meerdere gelijkgestemde landen initiatief te nemen, bijvoorbeeld door publicatie van een white paper.
Inzichtelijk maken relatieve positie belastingplichtige inkomensverdeling (36 418, nr. 77)
De motie verzoekt de regering om op de eerstvolgende aanslag inkomstenbelasting, of zodra dit uitvoeringstechnisch mogelijk is, een duidelijk en begrijpelijk diagram met de relatieve positie van de desbetreffende belastingplichtige in de Nederlandse inkomensverdeling op te nemen.
Instellen tijdelijke commissie belasting- en toeslagenstelsel (36 418, nr. 78)
De motie verzoekt het Presidium een tijdelijke commissie in te stellen voor de herziening van het belasting- en toeslagenstelsel.
Indexeren het uurbedrag van de vrijwilligersvergoeding (36 418, nr. 79)
De motie verzoekt de regering om vanaf 2024 ook het uurbedrag van de vrijwilligersvergoeding te indexeren met de tabelcorrectiefactor en verzoekt de regering om de bijbehorende kosten van € 2 miljoen te dekken uit de overdekking van eveneens € 2 miljoen van het amendement-Grinwis dat is ingediend en toeziet op het beperken van excessief lenen uit de eigen bv (Amendement Grinwis c.s. (36 418, nr. 60).
Schorsing camper standaard onder laagtarief (36 418, nr. 80)
De motie verzoekt de regering om voor de invoering van de verhoging van bpm voor campers met een voorstel te komen, zodat schorsing van een camper standaard onder het laagtarief kan komen te vallen.
NB De motie refereert naar de bpm, maar naar alle waarschijnlijkheid wordt de mrb (motorrijtuigenbelasting) bedoeld.
Tariefdifferentiatie in de kansspelbelasting (36 418, nr. 81)
De motie verzoekt de regering een tariefdifferentiatie in de kansspelbelasting te onderzoeken, zodat een ander percentage kan worden gehanteerd voor de Lotto en artikel 3-loterijen dan voor risicovolle gokspelen, en daar begin 2024 aan de Kamer over te rapporteren.
Ontwikkelen bovennorm marginale belastingdruk (36 418, nr. 85)
De motie verzoekt de regering een bovennorm voor de marginale belastingdruk (inkomstenbelasting en toeslagen samen) te ontwikkelen, de Kamer daarover voor de zomer te informeren, en deze voortaan te hanteren bij besluitvorming over inkomensbeleid.
Geen fiscale afroming verhoging wettelijk minimumloon BES (36 418, nr. 86)
De motie verzoekt de regering ook in Caribisch Nederland een systematiek te implementeren waardoor een stijging van het wettelijk minimumloon niet fiscaal wordt afgeroomd, bijvoorbeeld door het wettelijk minimumloon op de BES-eilanden te koppelen aan de belastingvrije som.
Gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken (36 418, nr. 87)
De motie verzoekt de regering om zo snel als mogelijk doch uiterlijk per 2026 een zo eenvoudig mogelijke, uitvoerbare vorm van een gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken in te voeren op basis van suikergehalte.
Mogelijk maken van eenvoudigere bedrijfsoverdrachten mkb (36 418, nr. 88)
Ondernemers hebben vaak geen andere oudedagsvoorziening dan het beleggingsvermogen in hun bedrijf. Bij schenkingen is het wenselijk dat dit vermogen achterblijft bij de schenkende partij, terwijl de werkmaatschappij met het daadwerkelijke bedrijf wordt geschonken aan de kinderen. Binnen de huidige BOR betekent dat voorafgaand aan de overdracht een bedrijf gesplitst moet worden in een bedrijf met beleggingsvermogen en een bedrijf met ondernemingsvermogen, wat een complex en duur traject is. De motie verzoekt de regering op dit punt oplossingen aan te dragen om zo dergelijke bedrijfsoverdrachten in het midden- en kleinbedrijf beter mogelijk te maken.
Inventariseren van drempels in het belastingstelsel (36 418, nr. 89)
De motie verzoekt de regering dergelijke drempels in het belastingstelsel in kaart te brengen, oplossingen te inventariseren om deze regelingen te verbeteren, en de Kamer hierover te rapporteren.
Monitoren Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (36 418, nr. 90)
De motie verzoekt de regering de uitwerking de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 nauwkeurig te monitoren, zodat onbedoelde effecten voorkomen en eventueel gerepareerd kunnen worden, en de Kamer daarover te informeren.
Onderzoek tegenbewijsregeling (36 418, nr. 93)
De motie verzoekt de regering een tegenbewijsregeling te onderzoeken en de Kamer over de uitkomsten te informeren. NB Hoewel de motie het niet expliciteert bedoelt de indiener naar alle waarschijnlijkheid een tegenbewijsregeling in box 3.
Commentaar KPMG Meijburg & Co
Op de dag waarop de Tweede Kamer met verkiezingsreces is gegaan, hebben de Kamerleden het Belastingplan nog flink gewijzigd. De doorgevoerde wijzingen gaan gemoeid met (het verschuiven van) meerdere miljarden. Enkele door de Kamer doorgevoerde maatregelen kunnen zelfs als ‘wezenlijk’ worden getypeerd. In het oog springen onder meer de verhogingen van de tarieven in box 2 (33% voor ab-inkomen boven € 67.000) en box 3 (36% per 2024) en het verlagen van de drempel voor excessief lenen van de eigen vennootschap naar € 500.000. Deze wijzigingen (kunnen) dwingen tot het herzien van de vermogenspositie.
Ook de (verdere) versobering van de 30%-regeling, het afschaffen van de partiële belastingplicht en de afschaffing van de aandeleninkoopfaciliteit in de dividendbelasting springen in het oog.
De aanpassingen in de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 in de vorm van een 75%-vrijstelling voor ondernemingsvermogen boven de € 1,5 miljoen (in plaats van 70%) en het vervallen van de ‘ten minste 0,5%-eis’ voor situaties waarin de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn is, zijn voor sommige belastingplichtigen daarentegen welkome meevallers.
Hoe nu verder?
De aangenomen amendementen worden nu verwerkt in de wetsvoorstellen, waarna de Eerste Kamer deze in de komende weken zal behandelen. Anders dan de Tweede Kamer kan de Eerste Kamer geen wijzigingen meer aanbrengen, maar de wetsvoorstellen slechts integraal aannemen of verwerpen. Medio december 2023 zal de Eerste Kamer over de wetsvoorstellen stemmen.