Tijdelijke verlaging brandstofaccijns en btw op energie
De Eerste Kamer heeft op 28 juni 2022 de Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 aangenomen. Deze wet regelt de verlaging van het btw-tarief op energie van het algemene tarief (21%) naar het verlaagde tarief (9%) per 1 juli 2022, en de verlaging van de brandstofaccijns met 21% met terugwerkende kracht per 1 april 2022. Het doel van deze tijdelijke koopkrachtmaatregelen is om de effecten van de huidige prijsstijgingen voor consumenten als gevolg van de energiecrisis te dempen.
Inhoud van de maatregelen
Het verlaagde btw-tarief zal van 1 juli tot en met 31 december 2022 worden toegepast op de levering van aardgas via het aardgassysteem, de levering van stadsverwarming via een warmtenet en op de levering van elektriciteit via het elektriciteitsnet.
Het verlaagde tarief is alleen van toepassing op leveringen die in de genoemde periode plaatsvinden. Op de eindafrekening over 2022 zal dus een splitsing moeten worden aangebracht tussen leveringen voor en na 1 juli 2022.
De accijnstarieven op ongelode lichte olie (benzine), gasolie (diesel) en vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG) worden (met terugwerkende kracht) per 1 april 2022 tijdelijk verlaagd met 21%. Voor brandstoffen die reeds op de Nederlandse markt aanwezig zijn voor commerciële doeleinden kunnen bedrijven een verzoek tot teruggaaf van accijns doen per 1 april 2022.
Aandachtspunten verlaagd btw-tarief
Naast de brandstof- en energieleveranciers worden mogelijk ook andere bedrijven geraakt door de Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022. Daarnaast zijn er een aantal praktische aandachtspunten om rekening mee te houden. Hieronder lichten wij er enkele toe:
- Bij de levering van elektriciteit voor het opladen van elektrische auto’s geldt het 9%-tarief als de kosten in de keten worden doorberekend. De lagere (kWh-)prijs inclusief btw levert een prijsvoordeel op voor de automobilist die de btw op autokosten niet (volledig) als voorbelasting in aftrek kan brengen. Dit geldt ook indien de kosten van elektriciteit worden doorbelast via andere partijen dan de feitelijke exploitant van een openbaar laadpunt.
- De levering van energie door verhuurders van (commercieel) vastgoed aan huurders maakt vaak onderdeel uit van de servicekosten die de verhuurder met btw afzonderlijk doorbelast aan huurders. Over de periode 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 dienen verhuurders rekening te houden met de verlaging van het btw-tarief op energie van 21% naar 9%.
- Het is van belang om voor leveringen van energie tussen 1 juli en 31 december 2022 een correcte factuur uit te reiken en het juiste bedrag aan btw aan de Belastingdienst te voldoen. Als voor de levering van energie inkoopfacturen worden ontvangen, raden wij aan goed te controleren of het juiste tarief is vermeld. Ten onrechte gefactureerde btw (21% in plaats van 9%) is namelijk in principe niet aftrekbaar als voorbelasting.
- Normaal wordt voor het bepalen van het geldende btw-tarief aangesloten bij de factuurdatum. De Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 kent een specifieke overgangsbepaling die hier expliciet een uitzondering op maakt. Niet de factuurdatum, maar het moment van levering is bepalend voor het btw-tarief.
- Indien vooruitbetalingen of nabetalingen worden gefactureerd of ontvangen buiten de periode 1 juli tot en met 31 december 2022 die wel betrekking hebben op leveringen binnen die periode, dan geldt het verlaagde btw-tarief. Omgekeerd geldt dat bij facturering, nabetalingen of vooruitbetalingen binnen de periode 1 juli tot en met 31 december 2022 voor leveringen voor 1 juli 2022 of na 31 december 2022 het tarief van 21% moet worden toegepast.
Vervolgstappen
Uiteraard kunnen de Indirect Tax-adviseurs van KPMG Meijburg & Co u verder helpen bij vragen over de gevolgen van de verlaging van het btw-tarief op energie en de brandstofaccijns. Neemt u gerust contact op met een van hen of met uw gebruikelijke adviseur.