Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19
tegemoetkoming ondernemers COVID-19 |
Bij Kamerbrieven van 27 maart 2020 en 7 april 2020 en door middel van een nieuwsbericht van 28 april 2020 hebben de minister en staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, al dan niet samen met de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, (nadere) informatie verstrekt over de beleidsregel inzake de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS). Het doel van deze beleidsregel is een kader te scheppen op grond waarvan ondernemingen die directe schade ondervinden van de diverse kabinetsmaatregelen om het COVID-19-virus in te dammen, aanspraak kunnen maken op financiële ondersteuning. Hierna zullen wij kort ingaan op deze beleidsregel en de TOGS-regeling zelf.
Tegemoetkoming
De tegemoetkoming ondernemers COVID-19 betreft een eenmalige en forfaitaire gift van € 4.000. Zij geldt per onderneming en niet per vestigingseenheid, heeft geen specifiek bestedingsdoel en is belastingvrij. In het Besluit noodmaatregelen coronacrisis van 22 april 2020 is aangekondigd dat in het pakket Belastingplan 2021 met terugwerkende kracht zal worden geregeld dat de forfaitaire tegemoetkoming niet tot de (belastbare) winst van de onderneming behoort.
Doelgroep en voorwaarden
De ondernemingen die in aanmerking komen voor de TOGS-regeling zijn de ondernemingen die:
- door overheidsingrijpen gedwongen hun deuren moeten sluiten;
- dicht moeten vanwege het verbod op het organiseren van bijeenkomsten en evenementen, ook met minder dan honderd personen; of
- direct getroffen zijn door het negatieve reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De TOGS-regeling is bedoeld voor in Nederland gevestigde ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf, inclusief zzp’ers. De reden hiervoor is dat deze groep in de regel weinig financiële buffers heeft en het hardst getroffen wordt door omzetverlies, maar niettemin met hoge vaste lasten geconfronteerd wordt. Daarom gelden als voorwaarden dat er maximaal 250 personen werkzaam mogen zijn bij de onderneming en dat deze niet gevestigd mag zijn op het huisadres van de eigenaar of eigenaren. Deze vestigingseis geldt echter niet voor bepaalde horecaondernemingen, aangezien bij een groot deel van deze ondernemers het vestigingsadres overeenkomt met het huisadres, terwijl zij wel omvangrijke periodieke vaste lasten hebben. Dit riep echter vragen op ten aanzien van (andere) ondernemers met omvangrijke periodieke vaste lasten, waarbij de onderneming of ondernemer ook op het huisadres staat ingeschreven. Bij Kamerbrief van 7 april 2020 heeft het kabinet daarom aangekondigd dat veel van deze ondernemers vanaf 15 april 2020 ook in aanmerking komen voor de TOGS-regeling. Voorbeelden zijn ondernemingen in sectoren in de sfeer van persoonlijke dienstverlening (haarverzorging, schoonheidsverzorging etc.) of de houder van een manege op het eigen erf. Deze ondernemers zal wel worden gevraagd te verklaren dat de onderneming een vestiging heeft die fysiek is afgescheiden van de privéwoning en voorzien is van een eigen opgang of toegang. De ondernemer dient dit te onderbouwen met bewijsstukken en deze bij zijn aanvraag mee te sturen. Een dergelijke verklaring wordt niet gevraagd van ondernemers werkzaam in sectoren waarbij het kenmerkend is dat zij een fysieke inrichting of fysieke productiemiddelen hebben buiten de eigen woning. Een voorbeeld zijn de auto- en motorrijschoolhouders die veelal op hun huisadres geregistreerd staan, maar omvangrijke lasten dragen voor hun lesvoertuig(en).
Om in aanmerking te komen voor de forfaitaire gift van € 4.000 moeten de ondernemingen in de periode 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 daarnaast een verwacht omzetverlies hebben van ten minste € 4.000 en voor ten minste € 4.000 aan vaste lasten hebben. Bovendien kunnen alleen ondernemingen die niet in staat van faillissement verkeren en waarvoor geen verzoek tot surseance van betaling is ingediend in aanmerking komen voor de tegemoetkoming. Zie voor de verdere (sectorspecifieke) voorwaarden deze site van de Rijksoverheid, waarin ook wordt ingegaan op de extra groepen ondernemers die vanaf 30 maart 2020, vanaf 15 april 2020 dan wel vanaf 29 april 2020 gebruik kunnen maken van de regeling (ingevolge de verruimingen van 28 maart 2020, 7 april 2020 en 28 april 2020). Op de site kan ook een (uitgebreide) lijst met branches en sectoren worden geraadpleegd.
SBI-codes
Op basis van de hiervoor onder 1 tot en met 3 opgesomde criteria is een (voorlopige) lijst van SBI-codes opgesteld (SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling). In eerste instantie konden alleen ondernemers waarvan de in het Handelsregister geregistreerde hoofdactiviteit overeenkwam met een van de vastgestelde SBI-codes een beroep doen op de TOGS-regeling. Met ingang van 29 april 2020 is de TOGS-regeling echter uitgebreid en kunnen ondernemers ook op basis van een van hun in het Handelsregister geregistreerde nevenactiviteiten aanspraak maken op de TOGS-regeling. In dat geval is wel vereist dat de ondernemer uitsluitend op basis van de geregistreerde nevenactiviteit voldoet aan de voornoemde minimumvereisten van omzetverlies en vaste lasten (beide € 4.000). Met behulp van de SBI-zoektool van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (de RVO) kan een ondernemer nagaan of zijn geregistreerde hoofd- of nevenactiviteit overeenkomt met een van de aangewezen SBI-codes. Hierbij merken wij op dat op ieder moment kan worden besloten om meer sectoren (en dus meer SBI-codes) voor een eenmalige tegemoetkoming in aanmerking te laten komen, zoals bijvoorbeeld op 28 maart 2020 en 7 april 2020 is gebeurd.
Indienen aanvraag
De aanvragen voor een tegemoetkoming ondernemers COVID-19 kunnen vanaf vrijdag 27 maart 2020 bij de RVO worden ingediend. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van het elektronische formulier dat via de RVO ter beschikking wordt gesteld, zie www.rvo.nl/tegemoetkomingcorona. In beginsel wordt vervolgens binnen drie weken op de aanvraag beslist. De aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 26 juni 2020.
Als de ondernemer de TOGS-regeling voor 29 april 2020 heeft aangevraagd op basis van een aangewezen SBI-code van een geregistreerde nevenactiviteit en zijn aanvraag is afgewezen, dan hoeft hij niets te doen. De RVO neemt deze aanvragen namelijk opnieuw in behandeling.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben over de tegemoetkoming ondernemers COVID-19, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise om de fiscale en financiële gevolgen van de coronacrisis zo beperkt mogelijk te houden. Wij houden u uiteraard van eventuele aanvullende fiscale coronamaatregelen op de hoogte.