Steun- en herstelpakket voor banen en economie ook beschikbaar in 3e kwartaal 2021
Op 27 mei 2021 heeft het demissionaire kabinet (hierna: het kabinet) bij Kamerbrief laten weten voornemens te zijn het bestaande steun- en herstelpakket voor banen en economie per 1 juli 2021 met drie maanden te verlengen. Dit betekent dat het steunpakket ook in het derde kwartaal van 2021 beschikbaar zal zijn.
Het verlengen van het steunpakket houdt onder meer in dat de NOW (Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid) en de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) ook in het derde kwartaal van 2021 beschikbaar zullen zijn voor ondernemingen. Daarnaast is het kabinet van plan een ruime betalingsregeling te treffen voor opgebouwde belastingschulden. Ruimer dan het enkele maanden geleden voorstelde (zie onze berichtgeving van 22 januari 2021).
Hierna gaan wij kort in op deze onderwerpen en enkele andere (fiscale) maatregelen.
1. Fiscale maatregelen
1.1 Uitstel van betaling en aanverwante maatregelen
Uitstel van betaling
Het versoepelde beleid ten aanzien van het bijzonder uitstel van betaling eindigt op 30 juni 2021. Dit betekent dat ondernemers in ieder geval vanaf 1 juli 2021 weer moeten voldoen aan de op of na die datum opkomende betalingsverplichtingen. Let wel: loopt het uitstel eerder af dan 1 juli 2021, dan moet de ondernemer per die eerdere datum voldoen aan de op of na de datum ontstane betalingsverplichtingen.
Voor de belastingschuld die vóór 1 juli 2021 is opgebouwd (hierna: de coronaschuld), wil het kabinet een ruime betalingsregeling treffen. Het tijdig voldoen aan de betalingsverplichtingen die opkomen na afloop van het verleende uitstel is een voorwaarde voor het recht op deze betalingsregeling.
Betalingsregeling coronaschuld
Voor het aflossen van de coronaschuld wil het kabinet een ruimere betalingsregeling treffen dan initieel voorgesteld (zie onze berichtgeving van 22 januari 2021). Kort samengevat houdt de herziene betalingsregeling in dat de opgebouwde coronaschuld met ingang van 1 oktober 2022 (was: 1 oktober 2021) in maximaal 60 (was: 36) gelijke maandelijkse termijnen kan worden afgelost. Ondernemingen hebben hierdoor tot 1 oktober 2027 de tijd om de opgebouwde coronaschuld af te lossen.
Invorderingsrente
Om de rentekosten die samenhangen met de openstaande belastingschuld te beperken, bedraagt de (door belastingschuldigen te betalen) invorderingsrente sinds 23 maart 2020 0,01%. Omdat de invorderingsrente een belangrijke prikkel vormt om belastingaanslagen (tijdig) te voldoen, acht het kabinet het wenselijk dat deze prikkel herleeft. Om voornoemde redenen is het kabinet voornemens de invorderingsrente stapsgewijs te laten terugkeren naar 4%. Concreet houdt dit in dat de invorderingsrente per 1 januari 2022 gelijk zal zijn aan 1%. Per 1 juli 2022 wordt de invorderingsrente vervolgens verhoogd naar 2%. Nadien wordt de rente aan het begin van ieder kalenderjaar verhoogd met één procentpunt totdat het gebruikelijke tarief van 4% is bereikt. Dus: 3% op 1 januari 2023 en 4% op 1 januari 2024.
Sanering
Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden van verruiming van het saneringsbeleid van de Belastingdienst. Dit voor de ondernemingen die alleen nog levensvatbaar zijn als hun
vorderingen geheel of gedeeltelijk worden kwijtgescholden. Omdat deze ondernemers vaak ook nog andere schuldeiser hebben, is samenwerking met andere private schuldeisers van cruciaal belang. Het kabinet verkent daarom de mogelijkheden om op basis van publiek-private afspraken te komen tot een herstructurering van onhoudbare schulden bij levensvatbare bedrijven. Om dit proces te versnellen organiseert het kabinet met zowel deskundigen als de grootste schuldeisers, waaronder banken, rondetafelgesprekken. Het kabinet informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van deze gesprekken.
1.2 Overige fiscale maatregelen
Naast het versoepelde bijzonder uitstel-van-betalingsbeleid loopt in principe nog een aantal fiscale maatregelen af per 30 juni 2021. Het kabinet verlengt enkele van deze fiscale maatregelen tot 1 oktober 2021. Het gaat daarbij om:
- het uitstel van administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen;
- het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers;
- de onbelaste reiskostenvergoeding;
- de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
- het btw-nultarief op mondkapjes;
- de btw-vrijstelling voor de uitleen van zorgpersoneel;
- verlenging van het btw-nultarief op COVID-19 vaccins en -testkits;
- het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek voor huizenbezitters als zij van hun hypotheekverstrekker een hypotheekbetaalpauze krijgen.
Groepslessen
Vanwege de coronamaatregelen is het voor sportscholen nog niet mogelijk om binnen groepslessen te organiseren. Daarom zal middels een goedkeuring worden geregeld dat sportscholen het verlaagde btw-tarief mogen toepassen op het aanbieden van online lessen die deze groepslessen tijdelijk vervangen. Deze goedkeuring wordt direct opgeheven zodra groepslessen binnen weer zijn toegestaan.
Urencriterium
In de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 geldt, kort gezegd, de goedkeuring dat ondernemers voor de regeling van het urencriterium geacht worden ten minste 24 uren per week aan hun onderneming te hebben besteed (zie onze berichtgeving van 22 januari 2021). Deze goedkeuring wordt niet verlengd. Vanaf 1 juli 2021 tellen dus enkel de uren die de ondernemers daadwerkelijk aan hun ondernemingen besteden mee voor het urencriterium.
2. NOW
Het kabinet is voornemens om de NOW 3 per 1 juli 2021 nagenoeg ongewijzigd met drie maanden te verlengen tot 1 oktober 2021. In de Kamerbrief wordt deze nieuwe NOW-subsidieperiode aangeduid met NOW 4. Het nagenoeg ongewijzigd doorzetten van de NOW 3 houdt onder meer in dat onder de NOW 4:
- het subsidiepercentage 85% zal zijn;
- de onderneming een omzetderving van minimaal 20% zal moeten hebben;
- de forfaitaire opslag 40% zal zijn;
- de loonsomvrijstelling 10% van de loonsom zal zijn; en
- het maximaal in aanmerking te nemen loon per werknemer zal worden gemaximeerd op twee maal het maximum dagloon.
Onder de NOW 4 wordt als referentiemaand voor de loonsom februari 2021 gebruikt (was onder NOW 3: juni 2020).
Daarnaast kondigt het kabinet aan dat de TVL-subsidie zal worden uitgezonderd van het NOW-omzetbegrip. Deze aanpassing zal gaan gelden voor zowel de NOW 3 (de subsidieperioden vanaf oktober 2020) als de NOW 4. Dit betekent dat werkgevers die NOW 3 en NOW 4 aanvragen of hebben aangevraagd, geen rekening hoeven te houden met ontvangen TVL-subsidie bij de vaststelling van die NOW-subsidie(s).
3. TVL
Het kabinet is ook voornemens om per 1 juli 2021 ook de TVL zoals die geldt voor het tweede kwartaal 2021 nagenoeg ongewijzigd met drie maanden te verlengen tot 1 oktober 2021. In de Kamerbrief wordt deze nieuwe subsidieperiode aangeduid met TVL 3. Het nagenoeg ongewijzigd doorzetten van de TVL zoals die geldt voor het tweede kwartaal 2021 houdt onder meer in dat onder TVL 3:
- het vergoedingspercentage 100% zal zijn;
- het omzetverlies minimaal 30% zal moeten bedragen;
- de onderneming minimaal € 1.500 aan bij benadering bepaalde vaste lasten zal moeten hebben;
- de regeling ook zal openstaan voor niet-mkb-bedrijven;
- het maximum subsidiebedrag € 550.000 (mkb) of € 600.000 (niet-mkb) zal gaan bedragen; en
- ondernemingen kunnen kiezen tussen twee referentiekwartalen voor het bepalen van het omzetverlies: het derde kwartaal van 2019 of derde kwartaal van 2020.
Daarnaast is het kabinet voornemens om het maximum TVL-subsidiebedrag voor niet-mkb-bedrijven voor het tweede kwartaal van 2021 te verhogen naar € 1.200.000. Zoals hierboven vermeld, gaat het maximum subsidiebedrag voor deze bedrijven in het derde kwartaal weer terug naar € 600.000.
Voor wat betreft de TVL voor het tweede kwartaal 2021 heeft het kabinet recent bekend gemaakt dat:
- Alle ondernemers de mogelijkheid hebben om te kiezen tussen twee referentiekwartalen voor het bepalen van het omzetverlies: het tweede kwartaal van 2019 of het derde kwartaal van 2020.
- Alle ondernemingen die op 30 juni 2020 (was: 15 maart 2020) in het Handelsregister stonden ingeschreven onder een van de aangewezen SBI-codes vanaf het tweede kwartaal van 2021 in beginsel TVL kunnen aanvragen (dit geldt ook voor de TVL 3).
De TVL voor het tweede kwartaal van 2021 kan naar verwachting vanaf de tweede helft van juni 2021 worden aangevraagd. Het is nog niet bekend wanneer de TVL voor het derde kwartaal van 2021 (TVL 3) kan worden aangevraagd.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise om de fiscale en financiële gevolgen van de coronacrisis zo beperkt mogelijk te houden. Wij houden u uiteraard van het vervolg van de fiscale ontwikkelingen op de hoogte.