Ruimere werking netwerkvrijstelling overdrachtsbelasting

7 december 2021
Hamer

De Hoge Raad heeft op vrijdag 3 december 2021 beslist dat de netwerkvrijstelling overdrachtsbelasting ruimere werking heeft dan de Belastingdienst eraan toekende. Zo kan de vrijstelling volgens de Hoge Raad ook worden toegepast op een (eigen) energievoorziening, zoals een (eigen) warmte-koudeopslag (WKO), althans op het zogenoemde bronnet dat daarvan een wezenlijk onderdeel vormt en dat bestaat uit diep in de aarde gelegen leidingen waardoor water stroomt dat door de aarde wordt verwarmd en/of gekoeld. Het arrest maakt duidelijk dat de overdrachtsbelastingvrijstelling zich niet uitsluitend richt op (grote) publieke netwerken, maar ook kan gelden voor (kleinere) eigen netwerken.

Voor de verkrijging van onder- of bovengrondse kabels of leidingen voor transport van onder andere vloeistoffen, gas, elektriciteit en informatie geldt een overdrachtsbelastingvrijstelling. Die vrijstelling is verwoord in artikel 15 lid 1 onderdeel y Wet op belastingen van rechtsverkeer. Bij invoering van de vrijstelling heeft de wetgever toegelicht dat definities van een netwerk in specifieke niet-fiscale wetgeving doorwerken naar de overdrachtsbelasting. Specifieke definities van netwerken vinden we bijvoorbeeld in de Elektriciteitswet, de Warmtewet, de Gaswet en de Telecommunicatiewet. Geldt geen specifieke wetgeving voor een netwerk, dan moet de praktijk uitwijzen hoe het desbetreffende net is begrensd.

Vrijstelling niet alleen van toepassing op grote netwerken

De Hoge Raad wijst in zijn arrest het standpunt van de Belastingdienst af dat de vrijstelling overdrachtsbelasting zich niet zou (kunnen) uitstrekken tot een ‘eigen energievoorziening’. De Hoge Raad meent dat de netwerkdefinitie uit de Warmtewet ook van toepassing is op een WKO-installatie bronnet dat is gelegen in (onder en om) het gebouw van de verbruiker en waardoor het onder de netwerkvrijstelling overdrachtsbelasting valt. Naar onze mening valt uit het arrest van de Hoge Raad op te maken dat de netwerkvrijstelling overdrachtsbelasting niet slechts van toepassing is op de (grote) publieke netwerken voor transport van vloeistoffen, gas, elektriciteit en informatie. Zij kent een ruimer toepassingsbereik en kan ook gelden voor kleinere (eigen) netwerken.

Begrenzingen vrijstelling ook bij kleinere netwerken

Daarbij past echter tegelijkertijd een kanttekening. Of de netwerkvrijstelling op een dergelijk kleiner (eigen) netwerk toegepast kan worden, vergt steeds opnieuw een beoordeling van geval tot geval. Ook bij de kleinere (eigen) netwerken kunnen begrenzingen voortvloeien uit de specifieke toepasselijke wetten die doorwerken naar de netwerkvrijstelling. In deze zaak bijvoorbeeld kon de netwerkvrijstelling slechts toegepast worden op het netwerk tot aan de buitenzijde van het pand en zich alleen uitstrekken tot het bronnet van de WKO-installatie. Hoewel dit geen fiscaal aspect is, vermelden we dat bijvoorbeeld de Warmtewet of Elektriciteitswet eigen rechten en verplichtingen mee kunnen brengen voor (betrokkenen bij) een netwerk. Ten slotte merken we op dat de Hoge Raad in zijn Zendmastenarrest uit 2020 heeft beslist dat geen vrijstelling overdrachtsbelasting geldt voor verkrijging van losse onderdelen van een netwerk, als desbetreffende losse onderdelen geen kabels of leidingen zijn bestemd voor transport. Dit ondanks dat zendmasten volgens de Telecommunicatiewet tot een telecomnetwerk (kunnen) behoren.

Mocht u naar aanleiding van dit onderwerp vragen hebben, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise.

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.