Q&A: Fiscale ontwikkelingen voor overheden en multinationals

17 juli 2020
Fiscale ontwikkelingen voor overheden en multinationals

Overheden en fiscaal beleid

Volgens de Europese Green Deal kunnen goed doordachte belastinghervormingen de economische groei stimuleren en helpen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door een effectieve koolstofbeprijzing te waarborgen.

Vraag 1: Loek, denk jij dat we met het gebruik van belastingmaatregelen als beleidsinstrument – zoals herziening van de energiebelastingrichtlijn en een mechanisme voor koolstofbelasting aan de grens (CBAM) – op de juiste weg zitten?

Tja, die vraag is voor een belastingadviseur moeilijk te beantwoorden. Het is duidelijk dat klimaatverandering van grote invloed zal zijn op de economie. Wat dat betreft zullen overheden en instellingen als de EU waarschijnlijk een aantal verregaande maatregelen nemen die ook gevolgen zullen hebben voor de economie en voor alle belastingplichtigen. Ik ben dan ook benieuwd naar de uitkomst van de consultatie over CBAM. Persoonlijk zou ik me wel zorgen maken over de verschillende ambitieniveaus als het gaat om de koolstofemissies en de bijbehorende overheidsmaatregelen, en de mogelijke gevolgen voor sectoren en afzonderlijke ondernemingen. Dat is in belangrijke mate afhankelijk van de manier waarop zij hun toeleveringsketen hebben georganiseerd. Ik heb begrepen dat de Europese ambitie verder reikt dan de overeenkomst van Parijs, terwijl andere landen – in de eerste plaats natuurlijk de Verenigde Staten – zich juist hebben teruggetrokken. Blijkbaar wordt CBAM gezien als instrument om de CO2-voetafdruk bij te sturen, wat het structureren van de toeleveringsketen van een bedrijf nog complexer maakt. Maar dit moet uiteraard leiden tot een beter klimaat met minder uitstoot, dat is althans het doel.

Daarnaast heeft de Europese Commissie Next Generation EU, een herstelinstrument voor de Europese Unie ontwikkeld, met onder meer nieuwe inkomstenbronnen voor de EU-begroting in de vorm van: (i) eigen middelen op basis van het emissiehandelssysteem, inclusief uitbreiding naar de scheep- en luchtvaartsector, wat € 10 miljard per jaar genereert; (ii) een mechanisme voor koolstofbelasting aan de grens, dat € 5‑14 miljard per jaar oplevert; (iii) eigen middelen op basis van activiteiten van bedrijven die substantiële voordelen halen uit de interne EU-markt, wat afhankelijk van de opzet ongeveer € 10 miljard per jaar zou kunnen opleveren; en (iv) een digitale belasting voor bedrijven met een mondiale jaaromzet van meer dan € 750 miljoen, die tot € 1,3 miljard per jaar genereert.

Vraag 2: Wilbert, loopt de EU het risico de steun van haar lidstaten te verliezen door nieuwe elementen toe te voegen aan de eigen middelen van de EU?

Ik denk niet dat deze trein nog kan worden gestopt, vooral niet in deze bijzondere crisissituatie als gevolg van de COVID-19-pandemie in zowel de afzonderlijke staten als de EU als institutie. Met de harmonisatie van indirecte belastingen zou een van de doelstellingen van een vrijhandelszone binnen de gemeenschappelijke markt tot op zekere hoogte zijn bereikt. Harmonisatie van directe belastingen is lange tijd gezien als een schending van de fiscale soevereiniteit van de lidstaten. We hebben echter ook veel unilaterale en multilaterale maatregelen tegen fiscale planningsstrategieën gezien, die hebben geleid tot een winstverschuiving van het ene rechtsgebied naar het andere, bijvoorbeeld BEPS-maatregelen zoals het multilaterale instrument (MLI), gevallen van staatssteun en de Anti-ontgaansrichtlijn (ATAD). Natuurlijk zijn de BEPS en de daarmee samenhangende Europese initiatieven succesvol geweest en hebben ze tot op zekere hoogte geleid tot geharmoniseerde wetgeving tegen belastingontwijking, waarbij binnen korte tijd veel actiepunten zijn doorgevoerd. Een verdere harmonisatie van de directe belastingen in de EU, waaronder een geharmoniseerde belastinggrondslag, wordt al tientallen jaren overwogen en besproken, de laatste tijd met initiatieven rond bijvoorbeeld de CCCTB (Common Consolidated Corporate Tax Base). Dit heeft, vanwege de gevolgen die het zou hebben voor de nationale begrotingen, nog niet tot overeenstemming tussen de lidstaten geleid. Je kunt je afvragen of klimaatverandering of COVID-19 wel doorslaggevend is voor de EU-lidstaten om hun fiscale soevereiniteit verder op te geven. In de huidige mondiale crisis begrijpen mensen weliswaar dat we anders met onze planeet moeten omgaan, maar als het gaat om het nemen van noodzakelijke maatregelen en het beslissen over de financiering van die maatregelen, denk ik dat ze eerder op instellingen dicht bij huis en op hun eigen nationale overheid zullen vertrouwen dan op internationale instellingen. De voornaamste uitdaging voor de EU als geheel is of lidstaten met een solide begroting bereid zijn om in te springen en andere lidstaten te helpen.

Vraag 3: Loek, moet duurzaamheid worden aangestuurd door de overheid of moet het worden overgelaten aan bedrijfsinitiatieven?

De huidige crisis, en de relatie die mensen bij deze kwesties vaak leggen met duurzaamheid, kan ertoe leiden dat overheden en organisaties als de EU en de OESO het voortouw gaan nemen of hierbij een belangrijke coördinerende rol gaan spelen. Naar mijn mening kan 2020 in deze ontwikkelingen een keerpunt worden. Maar we mogen dit niet zien als een uitdaging die alleen overheden of internationale organisaties kunnen oppakken. Individuele personen, organisaties en bedrijven hebben allemaal een eigen verantwoordelijkheid. Dat is ook niet nieuw: de afgelopen tien jaar zien we dat veel internationale organisaties hun bedrijfsuitoefening veranderen en zich richten op duurzaamheid. Dat varieert van de impact van het bedrijf op het milieu tot de gezondheid en het welzijn van de mensen. Naar mijn mening moeten overheden deze initiatieven stimuleren, bijvoorbeeld door het belastinginstrument in te zetten, zoals momenteel al in verschillende rechtsgebieden gebeurt, mits dit instrument slim en effectief wordt ingezet. Dit vereist eenvoudige, doelgerichte en stevige regels die niet vatbaar zijn voor misbruik.

Multinationale ondernemingen en fiscale regelgeving

Vraag 4: Wilbert, welke trends zie jij op het gebied van duurzaam ondernemen en belasting?

Eén simpele trend is dat bedrijven ons of andere adviesbureaus benaderen voor ondersteuning op dit gebied. Sinds de OESO in 2012 het BEPS-initiatief startte en de EU min of meer tegelijkertijd haar eigen initiatieven tegen belastingontwijking ontwikkelde, zijn multinationale ondernemingen transparanter geworden in hun fiscale aanpak. Bij veel multinationals is tax onderdeel geworden van het pr-beleid. Een duurzaam belastingbeleid en fiscaal risicomanagement zijn inmiddels onlosmakelijk verbonden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Binnen KPMG hebben wij een wereldwijd netwerk van ervaren professionals opgebouwd, waarmee we toonaangevende praktijken, onderzoek en betrouwbare oplossingen voor cliënten leveren om deze duurzaamheidskwesties aan te pakken, waaronder duurzaamheidsoplossingen op fiscaal gebied.

Vraag 5: Loek, welke richtsnoeren zou jij bedrijven aanbevelen die in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen bereid zijn een verklaring over hun fiscale beleid te publiceren?

Voor bedrijven is het uiteraard belangrijk om naar het totaalplaatje te kijken, naar trends in de sector en bij branchegenoten, maar ook naar het wetgevingslandschap. Vanzelfsprekend kunnen sommige multinationals door hun geavanceerde aanpak een voortrekkersrol vervullen. Zij zullen een toonaangevende positie innemen op dit gebied. Dat hangt ook af van de algemene duurzaamheidsstrategie van een bedrijf. Als multinationals verstrekkende duurzaamheidsdoelstellingen formuleren voor het bedrijf als geheel, is het logisch om ook aan transparantie op fiscaal gebied te denken.

Vraag 6: Wilbert, denk jij dat door de publicatie van fiscale transparantiebeginselen de fiscale functie van multinationale ondernemingen mogelijk in conflict komt met het creëren van aandeelhouderswaarde?

Dat denk ik niet. Na verloop van tijd zien we misschien wel het omgekeerde. Als je transparant bent over je fiscale beginselen, kan dat gunstig zijn voor je reputatie in vergelijking met sectorgenoten. Juist als je gesloten bent over de fiscale positie van de groep kan dat het creëren van aandeelhouderswaarde in de weg staan.

Uiteraard moet het management de gevolgen overwegen alvorens te beslissen om deze gegevens in overeenstemming met de fiscale transparantiebeginselen te publiceren. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor fiscaliteit, maar ook voor de andere bedrijfsonderdelen. Bedrijfsreputatie speelt nu een belangrijkere rol dan in het verleden. Gezien de huidige media-aandacht en de algemene publieke discussie rond fiscaliteit willen bedrijven er uiteraard voor zorgen dat zij inderdaad een redelijke hoeveelheid belasting betalen, hoe je ‘redelijk’ ook definieert. Het helpt dan niet om transparant te zijn over je agressieve belastingplanning. Om dezelfde reden zie je dat bedrijven passende maatregelen nemen en hun fiscale positie op onderdelen van hun ondernemingsstructuur aanpassen voordat zij hun BEPS13-landenrapporten indienen . Bedrijven kunnen natuurlijk verschillende methoden gebruiken om fiscale gegevens te publiceren volgens hun beginselen van fiscale transparantie. De meeste bedrijven maken wel hun fiscale beginselen of fiscale beleid bekend, maar tot nu toe hebben slechts weinig bedrijven besloten zeer transparant te zijn over de totale fiscale bijdrage van de groep, bijvoorbeeld uitgesplitst per land, hoewel dit nog kan veranderen. Zo publiceerde het Global Reporting Initiative (een onafhankelijke internationale organisatie die ondernemingen en andere organisaties ondersteunt bij het begrip van en de communicatie over hun duurzaamheidsimpact) in december 2019 een nieuwe fiscale rapportagenorm die ervoor moet zorgen dat multinationals veel duidelijker zijn over hoeveel belasting zij betalen en waar. Hiervoor bestaat veel internationale steun, al is het natuurlijk nog wel afwachten in hoeverre bedrijven de norm daadwerkelijk gaan toepassen. Afgezien van deze norm moeten we er rekening mee houden dat openbare transparantie/publieke rapportage per land ooit een verplichte minimumnorm kan worden.


Bekijk het originele artikel in de Tax Expert Guide 

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.