Overleg of een verzoek om ambtshalve vermindering IB 2018 in verband met box 3 moet worden ingediend
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad in het zogenoemde Kerstarrest geoordeeld dat de box 3-heffing over de belastingjaren vanaf 2017 in strijd is met het Europese verdrag van de Rechten van de Mens (het EVRM). In vervolg daarop heeft de wetgever snel een reparatie in de wet inkomstenbelasting aangebracht. Voortaan wordt de box 3-heffing gebaseerd op de zogenoemde forfaitaire spaarvariant. De reparatiewetgeving blijkt echter geen rustig bezit. Op 18 september 2023 heeft A-G Wattel geconcludeerd dat in situaties waarin het werkelijke rendement op het box 3-vermogen in aanmerkelijke mate afwijkt van het rendement op grond van de reparatiewetgeving, ook deze wetgeving niet deugt.
Als u inschat dat het werkelijke rendement op uw box 3-vermogen in 2018 of een later jaar aanmerkelijk lager is geweest dan het rendement op grond van de reparatiewetgeving, is het in twee situaties verstandig om met uw adviseur in overleg te treden.
In de eerste plaats, wanneer u een definitieve aanslag inkomstenbelasting ontvangt. Hoewel de Belastingdienst zo weinig mogelijk definitieve belastingaanslagen met box 3-vermogen oplegt, zal dat in bepaalde gevallen toch moeten gebeuren, omdat de aanslagtermijn verstrijkt. In dit geval kunt u met uw adviseur bekijken of het zinvol is om een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag worden ingediend.
In de tweede plaats in de specifieke situatie dat de definitieve belastingaanslag over het jaar 2018 op 24 december 2021 nog niet was opgelegd en/of nog niet onherroepelijk vaststond, maar inmiddels wel. Daaronder vallen ook aanslagen waartegen reeds voor het Kerstarrest bezwaar was aangetekend en waarop een uitspraak op massaal bezwaar is gevolgd. In deze situatie kan het nuttig zijn om met uw adviseur te bekijken of het zin heeft om een verzoek ambtshalve vermindering in te dienen.
Om te voorkomen dat er telkens actie moet worden ondernomen om de rechten van belastingplichtigen veilig te stellen, hebben de NOB, NBA, RB, SRA, de Bond voor Belastingbetalers en Consumentenbond/Consumentenclaim deze week afspraken met de staatssecretaris van Financiën gemaakt. Op grond hiervan is het vooralsnog niet nodig om een verzoek ambtshalve vermindering in te dienen als het werkelijk rendement op uw box 3-vermogen in 2019 of een later jaar aanmerkelijk lager is geweest dan het rendement op grond van de reparatiewetgeving. De staatssecretaris was echter niet bereid een afspraak te maken voor aanslagen over het jaar 2018, terwijl de termijn voor het indienen van een verzoek ambtshalve vermindering over het jaar 2018 op 31 december 2023 verstrijkt.
Als het werkelijk rendement op uw box 3-vermogen in 2018 aanmerkelijk lager is geweest dan het rendement op grond van de reparatiewetgeving én de definitieve aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2018 op 24 december 2021 nog niet was opgelegd en/of nog niet onherroepelijk vaststond maar inmiddels wel (daaronder begrepen aanslagen over het jaar 2018 waartegen reeds voor het Kerstarrest bezwaar was aangetekend en waarop een uitspraak op massaal bezwaar is gevolgd), verstrijkt de termijn waarbinnen u nog een verzoek ambtshalve vermindering kunt indienen eind dit jaar. In deze specifieke situatie raden wij u aan zo snel mogelijk, voor het jaar om is, met uw adviseur in overleg te treden.