Nieuwsbrief WOZ, lokale belastingen en milieuheffingen – december 2019
Inhoud
- 1. Stijging onroerendezaakbelastingen 2020
- 2. Herinvoering reclamebelasting Amsterdam
- 3. Wijzigingen verhuurderheffing
1. Stijging onroerendezaakbelastingen 2020
De onroerendezaakbelastingen (OZB) voor woningen zullen in 2020 harder stijgen dan de laatste jaren gebruikelijk is. Voor komend jaar wordt een gemiddelde lastenstijging van 4% verwacht. Huiseigenaren krijgen dus te maken met een lastenverzwaring. Een extra reden om de WOZ-waarde voor 2020 kritisch te controleren.
2. Herinvoering reclamebelasting Amsterdam
De gemeente Amsterdam heeft besloten om opnieuw reclamebelasting te gaan heffen. De doelstelling van de gemeente is tweeledig: enerzijds het genereren van belastingopbrengsten (circa € 9 miljoen) en anderzijds het terugdringen van reclame-uitingen in de openbare ruimte. De gemeente gaat gebruikmaken van scanauto’s met geavanceerde beeldapparatuur om informatie voor de belasting te vergaren. De term ‘reclamebelasting’ is enigszins misleidend, omdat in beginsel alle openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg onder de belasting vallen. De gemeente stelt publiekrechtelijke rechtspersonen en organisaties met niet-commerciële doelstellingen, zoals scholen, ziekenhuizen en zorginstellingen, vrij van de belasting. Er zijn drie tariefzones ingesteld, maar in de officiële publicatie in het Gemeenteblad van 2 december 2019 (nr. 290031) worden maar voor twee zones tarieven vermeld.
3. Wijzigingen verhuurderheffing
Verhuurderheffing wordt geheven van eigenaren van sociale huurwoningen. De heffing wordt berekend aan de hand van een percentage van de WOZ-waarde. Om de krapte op de woningmarkt te verminderen worden in de verhuurderheffing via het Belastingplan 2020 twee aanpassingen voorgesteld:
- De nieuwbouw van sociale huurwoningen met een huurprijs onder de laagste aftoppingsgrens wordt gestimuleerd via een heffingsvermindering. Het gaat om huurwoningen met een huur tot € 607,46 (2019) en gelegen in bepaalde schaarstegebieden in Nederland. De heffingsvermindering bedraagt € 25.000 per nieuwbouwwoning, met een minimale investering van € 62.500. Het huidige wetsvoorstel gaat ervan uit dat de bouw op of na 1 januari 2020 is gestart.
Tijdens de parlementaire behandeling is een amendement aangenomen dat regelt dat de heffingsvermindering voor nieuwbouw ook buiten de aangewezen schaarstegebieden van toepassing is. De vermindering is met € 12.500 dan wel lager.
Om een heffingsvermindering in de aangifte te kunnen opvoeren is een definitieve investeringsverklaring nodig. Deze wordt verkregen door de investering aan te melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
- De tweede maatregel is de introductie van een vrijstelling van de verhuurderheffing voor huurwoningen die zijn aan te merken als tijdelijke bouwwerken en die worden gerealiseerd in de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024. Alleen huurwoningen waarvoor een omgevingsvergunning voor een tijdelijk bouwwerk met een termijn van maximaal vijftien jaar is verleend komen voor de vrijstelling in aanmerking. Deze omgevingsvergunning moet de verplichting bevatten om de bestaande toestand binnen een gestelde termijn van ten hoogste vijftien jaar te herstellen. Op die manier blijft de tijdelijke aard van de woningen gewaarborgd. Ook hiervoor geldt dat een verzoek bij de RVO moet worden gedaan.
Contact
Wilt u naar aanleiding van deze Nieuwsbrief meer informatie? Neemt u dan contact op met uw contactpersoon, een van contactpersonen op deze pagina of ga naar www.meijburg.nl.