Nieuwsbrief Milieuheffingen – december 2021

23 december 2021
Milieuheffingen

Inhoud

1. Coalitieakkoord en milieu

Op 15 december 2021 hebben VVD, D66, CDA en ChristenUnie het coalitieakkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst gepresenteerd. Hierin worden de plannen en ambities voor de komende kabinetsperiode uiteengezet. Op het vlak van milieuheffingen staan veel veranderingen op stapel. Hieronder zetten wij enkele maatregelen voor u op een rij:

  • De huidige CO2-heffing voor de industrie wordt aangescherpt door een aanpassing van het aantal dispensatierechten en het tarief.
  • Per 1 januari 2023 wordt een CO2-minimumprijs voor de industrie ingevoerd.
  • De tariefstructuur van de energiebelasting wordt minder degressief gemaakt door de tarieven in de hogere verbruiksschijven gas en elektriciteit te verhogen.
  • De ODE-tarieven van de 2e en 3e schijf elektriciteit worden per 2023 verlaagd (ten opzichte van de tarieven in het ODE-basispad).
  • Het tarief 1e schijf gas in de energiebelasting wordt in de periode 2023-2028 verhoogd met 5,23 cent/m3.
  • Het tarief 1e schijf elektriciteit in de energiebelasting wordt in de periode 2023‑2028 verlaagd met 5,23 cent/kWh.
  • Het verlaagde tarief in de energiebelasting voor glastuinbouwbedrijven wordt per 1 januari 2025 afgeschaft.
  • De vrijstelling voor mineralogische en metallurgische procedés wordt met ingang van 1 januari 2025 afgeschaft.
  • De huidige inputvrijstelling voor WKK-installaties (warmtekrachtkoppeling) wordt beperkt. Met ingang van 1 januari 2025 wordt de inputvrijstelling beperkt tot aardgas dat wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken die geleverd wordt aan het net. De vrijstelling geldt dan niet meer als de opgewekte elektriciteit zelf wordt verbruikt.
  • De vliegbelasting wordt per 2023 verhoogd.
  • Het budget van de Milieu-investeringsaftrek (MIA) wordt per 1 januari 2025 structureel met € 30 miljoen verhoogd. Het budget van de Energie-investeringsaftrek (EIA) wordt per 1 januari 2025 structureel met € 50 miljoen verhoogd.

Naar boven

2. Aanpassing energiebelasting ter voorkoming dubbele belasting bij batterijopslag

Al enige tijd wordt vanuit de praktijk en de politiek aangegeven dat de werking van de energiebelasting een belemmering kan vormen voor verdere investeringen in de opslag van energie. Het opslaan van energie draagt bij aan de gewenste energietransitie. Zonder het gebruik van batterijen/accu’s kan duurzaam opgewekte energie verloren gaan. Voorts kunnen dergelijke opslagfaciliteiten zorgen voor het opvangen van een piekbelasting van het net.

Voor de Nederlandse energiebelasting is de levering van aardgas en elektriciteit via een aansluiting aan de verbruiker het primaire belastbare feit. Binnen deze systematiek kan echter dubbele heffing van energiebelasting optreden. Als onderdeel van het Belastingplan 2022 wordt voorgesteld om de levering van elektriciteit aan een energieopslagfaciliteit (bijvoorbeeld een batterij) onder voorwaarden niet aan te merken als een belaste levering voor de energiebelasting. Hiermee wordt voorkomen dat bij elektriciteitsopslag in de keten tweemaal energiebelasting wordt geheven over de levering van elektriciteit. Namelijk eerst over de levering aan de energieopslagfaciliteit en nogmaals wanneer de elektriciteit na opslag verderop in de keten wordt geleverd aan een verbruiker. Door de voorgestelde wetswijziging wordt de eerste levering – de levering aan de energieopslagfaciliteit – niet aangemerkt als een belaste levering voor de energiebelasting.

Naar boven

3. Europese ontwikkelingen (Fit for 55)

In 2019 is de Europese Green Deal bekendgemaakt, een plan, onder leiding van Frans Timmermans, dat van Europa in 2050 ’s werelds eerste klimaatneutrale continent moet maken. Europa dient omgevormd te worden tot een moderne, grondstoffenefficiënte en concurrerende economie, met als doel een netto-uitstoot van broeikasgassen van nul tegen 2050. Om dit doel te bereiken in de strijd tegen klimaatverandering heeft de Europese Commissie afgelopen zomer het Fit for 55-pakket bekendgemaakt. Dit is een alomvattend pakket aan fiscale en niet-fiscale maatregelen, waarmee Timmermans beoogt Europa groener te maken. Niet alleen door het reduceren van de CO2-uitstoot met 55% in 2030 ten opzichte van 1990, maar ook door het aandeel hernieuwbare energie te verhogen en de energie-efficiency te verbeteren. Fiscale maatregelen kunnen een belangrijke rol spelen om gedrag te sturen richting een duurzamere samenleving. Vanuit fiscaal perspectief zijn in ieder geval de volgende vier onderdelen van belang:

  1. een belasting op niet-gerecycled plastic;
  2. herziening van de Europese energiebelastingrichtlijn;
  3. introductie van een CO2-heffing aan de grenzen van Europa, de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM);
  4. aanpassing en uitbreiding van het Europese handelssysteem voor emissierechten (EU ETS).

Een belasting op niet-gerecycled plastic

Bij nadere bestudering van de Europese plannen voor een belasting op niet-gerecycled plastic blijkt het te gaan om een bijdrage van de lidstaten aan Europa en niet om een ‘plastic tax’. In beginsel moet iedere lidstaat per 1 januari 2021 een bepaald bedrag aan Europa voldoen op basis van de hoeveelheid niet-gerecycled plastic verpakkingsafval. De bijdrage wordt berekend door het gewicht van niet-gerecycled plastic te vermenigvuldigen met een uniform tarief van 80 eurocent per kilogram. Deze Europese bijdrage zal bedrijven niet direct raken, omdat het een bijdrage is van de lidstaten aan de EU. Voorts is er geen verplichting voor lidstaten om een nationale belasting op plastic in te voeren. Lidstaten kunnen de bijdrage vanuit hun eigen budgetten voldoen, maar we zien logischerwijs steeds meer landen een eigen nationale belasting op plastic ontwerpen om hiermee (deels) de rekening aan Brussel te voldoen. Ook Nederland onderzoekt een belasting op plastic.

Herziening van de Europese energiebelastingrichtlijn

De herziening van de Europese Energiebelastingrichtlijn, de Energy Taxation Directive (ETD), is herzien en zou in januari 2023 in werking moeten treden. Het is de vraag of dat haalbaar is. Onder meer de Nederlandse energiebelasting, die is geregeld in de Wet belastingen op milieugrondslag, is op deze richtlijn gebaseerd. De richtlijn is voor het laatst geactualiseerd in 2003 en loopt inmiddels uit de pas met de Europese Green Deal. Dat geeft problemen bij nieuwe technische ontwikkelingen, zoals de opslag van energie en het gebruik van meer duurzame energiebronnen, zoals wind en zon. In de herziene Europese richtlijn staan als basis een aantal regels en minimumtarieven voor de belasting van energieproducten en elektriciteit. De belangrijkste maatregelen van de herziening zijn:

  1. Brandstoffen worden belast op basis van hun energie-inhoud en milieuprestaties in plaats van hun volume. Hoe groener hoe lager belast.
  2. De manier waarop energieproducten voor belastingdoeleinden worden ingedeeld, is vereenvoudigd om ervoor te zorgen dat de meest milieubelastende brandstoffen het meest worden belast.
  3. Vrijstellingen voor bepaalde energieproducten worden afgebouwd, zodat fossiele brandstoffen niet meer onder de minimumbelastingtarieven vallen.
  4. Fossiele brandstoffen die worden gebruikt als brandstof voor luchtvervoer en zeevervoer binnen de EU mogen in Europa niet langer volledig worden vrijgesteld van energiebelasting.

Introductie van een heffing op CO2 aan de grenzen van Europa, de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)

Steeds meer landen nemen fiscale en niet-fiscale maatregelen om de uitstoot van CO2 te reduceren. Zo heeft de Nederlandse industrie sinds begin 2021 te maken met een CO2-heffing. Dergelijke nationale initiatieven kunnen ertoe leiden dat de productie van goederen wordt verplaatst van Europa naar een land met een minder streng klimaatbeleid. Voorts zouden in de EU geproduceerde goederen vervangen kunnen worden door invoer uit een land met een lagere CO2-prijs. De Europese Commissie hoopt deze weglekeffecten te ondervangen met de introductie van een CO2-heffing aan de grenzen van Europa, de CBAM. Op die manier moeten CO2-emissies die inherent zijn aan de productie van bepaalde goederen worden verminderd, ook als die goederen worden geïmporteerd van buiten Europa. Op dit moment ziet de CBAM uitsluitend op de invoer van cement, elektriciteit, kunstmest, ijzer, staal en aluminium. De Europese Commissie stelt voor om in 2023 te beginnen met een overgangsfase en in 2026 daadwerkelijk de CBAM in werking te laten treden.

Aanpassing en uitbreiding van het Europese handelssysteem voor emissierechten (EU ETS)

Het EU ETS is een Europees systeem voor de handel in emissierechten. De Nederlandse CO2-heffing voor de industrie sluit bijvoorbeeld voor bepaalde onderdelen aan bij het EU ETS. Voor iedere ton CO2-uitstoot is een emissierecht nodig. Het is een markt van vraag en aanbod, waardoor de CO2-prijs per emissierecht tot stand komt. Het systeem gaat uit van cap and trade. Er is een maximum gesteld aan de totale hoeveelheid CO2 die mag worden uitgestoten door de installaties die onder de reikwijdte van het systeem vallen. Dit plafond wordt in de loop van de tijd verlaagd, zodat de totale uitstoot daalt. Binnen het plafond kopen of ontvangen bedrijven emissierechten, die ze naar behoefte met elkaar kunnen verhandelen. Op dit moment geldt het ETS voor de industrie en de energiesector. De bedrijven in deze sectoren moeten beschikken over een emissievergunning, in Nederland afgegeven door de Nederlandse Emissieautoriteit. ETS is actief in alle EU-landen plus IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Als onderdeel van de Green Deal en het Fit for 55-pakket wenst de Europese Commissie het ETS-systeem aan te passen en uit te breiden. Er zijn drie belangrijke wijzigingen:

  1. Het plafond van de totale jaarlijkse uitstoot wordt verlaagd, waardoor er minder CO2-uitstoot is toegestaan. Het lagere plafond zal leiden tot grotere investeringen in het reduceren van de CO2-uitstoot.
  2. Op dit moment zijn er meerdere ETS-deelnemers die gratis emissierechten krijgen. Het is de bedoeling dat deze uiteindelijk tot nihil worden verminderd.
  3. Het ETS wordt uitgebreid naar andere sectoren, waaronder maritiem, en er wordt een nieuw ETS-systeem ingevoerd voor de sectoren wegvervoer en gebouwen.

Naar boven

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.