Nieuwe renseigneringsverplichting vervangt (gedeeltelijk) IB-47
Om zijn uitvoerings- en toezichtstaak te kunnen uitoefenen heeft de Belastingdienst informatie nodig. In de wet is daarvoor onder meer een verplichting opgenomen voor administratieplichtigen om mee te werken aan het verkrijgen van gegevens en inlichtingen ten behoeve van de belastingheffing van derden. Het verstrekken van deze informatie gebeurt door middel van het zogenoemde IB-47-formulier. Tot april 2018 werd hierbij het burgerservicenummer (BSN) uitgevraagd. In verband met het ontbreken van voldoende wettelijke basis voor de uitvraag van het BSN, is de Belastingdienst hiermee gestopt. Vanwege het belang voor de belastingheffing wordt nu echter een nieuwe bepaling ingevoerd, waarbij een wettelijke grondslag is bepaald voor het verstrekken van het BSN aan de Belastingdienst.
Het bestaande proces van het formulier IB-47 – dus zonder uitvraag van het BSN – blijft gehandhaafd voor uitbetalingen die niet onder de nieuwe renseigneringsverplichting vallen.
Werking
De nieuwe renseigneringsverplichting gaat gelden voor twee groepen administratieplichtigen:
- Inhoudingsplichtigen in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) die betalingen doen aan een natuurlijk persoon voor werkzaamheden en diensten die zijn verricht voor de inhoudingsplichtige zelf of een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap.
- Collectieve beheersorganisaties (cbo’s) die namens een groep van rechthebbenden optreden om zonder winstoogmerk vergoedingen voor een auteursrecht of naburig recht te innen en onder die rechthebbenden te verdelen.
De renseigneringsverplichting is beperkt tot objectief te onderscheiden gegevens over betalingen die naar verwachting tot het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden behoren. Betalingen ten aanzien van de volgende werkzaamheden zijn derhalve uitgesloten van de renseigneringsverplichting:
- werkzaamheden en diensten die zijn verricht als werknemer, artiest, beroepssporter of als lid van een buitenlands gezelschap als bedoeld in de Wet LB 1964;
- werkzaamheden die zijn verricht als vrijwilliger als bedoeld in de Wet LB 1964;
- werkzaamheden en diensten waarvoor een factuur is uitgereikt als bedoeld in de Wet op de omzetbelasting 1968 waarop de omzetbelasting is vermeld;
- vergoedingen voor een auteursrecht of naburig recht aan erfgerechtigden.
Het streven is de nieuwe renseigneringsverplichting per 1 januari 2021 in werking te laten treden. Als dit niet haalbaar blijkt, zal inwerkingtreding per 1 januari 2022 plaatsvinden. De administratieplichtigen zullen de gegevens en inlichtingen jaarlijks na afloop van het kalenderjaar waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben moeten verstrekken, maar uiterlijk 31 januari van het nieuwe kalenderjaar.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben over de renseigneringsverplichting voor uw organisatie, dan staan de Meijburgadviseurs u graag bij met hun expertise.