Hof Amsterdam accepteert hogere WOZ-waarde bij erfpacht
De WOZ-waarde moet voldoen aan een aantal wettelijke ficties. Een daarvan is dat de WOZ-waarde van het belastingobject moet worden vastgesteld alsof er sprake is van volle eigendom van de grond. Bij het analyseren van verkopen in erfpacht moet dus een correctie worden toegepast. In de praktijk leidt dit ertoe dat de WOZ-waarde hoger ligt dan de waarde die aan het belastingobject kan worden toegekend als wordt uitgegaan van de aankoop in erfpacht.
In een aantal geschillen voor Rechtbank Amsterdam oordeelde deze dat de gemeente Amsterdam verouderde gegevens gebruikte om de correcties te berekenen. Daarop verlaagde de rechtbank de bestreden WOZ-waarden met minimale percentages, onder de 2%. Hof Amsterdam heeft nu de uitspraken van de rechtbank vernietigd. Het hof stelt dat de gemeente bij haar berekeningen de noodzakelijke zorgvuldigheid in acht heeft genomen en in een aantal gevallen zelfs uitgangspunten heeft gekozen die gunstig uitpakken voor belastingplichtigen. Volgens het hof moet bij het berekenen van de erfpachtcorrecties een aantal keuzes worden gemaakt en is er, afhankelijk van de keuze, een brede waaier aan uitkomsten mogelijk. De bewijsopdracht waar de heffingsambtenaar voor staat is om aan te tonen dat hij de keuze op zorgvuldige wijze, reële, goed verdedigbare wijze maakt. Het Hof is van oordeel dat de gemeente hier in dit geval in is geslaagd (Hof Amsterdam 9 mei 2019, nr. 19/00071, ECLI:NL:GHAMS:2019:1609)