Het (verlaagde) btw-tarief op zelfzorgproducten houdt de gemoederen bezig
Is de vereiste handelsvergunning wel in overeenstemming met het neutraliteits- en evenredigheidsbeginsel?
Sinds 1 januari 2018 is het voor toepassing van het verlaagde btw-tarief bij geneesmiddelen noodzakelijk om een handelsvergunning te hebben.
Een en ander teneinde na de uitspraken van de Hoge Raad uit 2016 waarbij zonnebrandcrémes en fluoridehoudende tandpasta’s onder voorwaarden kunnen worden aangemerkt als geneesmiddelen, een niet beoogde uitbreiding van het begrip geneesmiddelen te voorkomen.
De introductie van deze handelsvergunning voor toepassing van het verlaagde btw-tarief voor geneesmiddelen leidt veelvuldig tot discussie. Zo heeft de Rechtbank Den Haag recentelijk beslist dat voor de Gladskin-producten die worden gebruikt bij diverse huidaandoeningen, waarvoor geen handelsvergunning is afgegeven, het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is. Dit oordeel is bevestigd door het Gerechtshof Den Haag.
Eerder kwam de Rechtbank Noord-Holland tot eenzelfde oordeel met betrekking tot allerlei soorten zelfzorgproducten, zoals tandpasta’s, zonnebrandcrèmes, mondwaters, antiroos-shampoos, neussprays etc., waarvoor geen handelsvergunning is afgegeven.
Nu ligt de vraag voor of en in hoeverre het fiscale neutraliteitsbeginsel wordt aangetast door de introductie van de handelsvergunning, conform welk beginsel soortgelijke goederen fiscaal op dezelfde wijze behandeld dienen te worden.
Daarnaast is de vraag of Nederland het evenredigheidsbeginsel in acht heeft genomen met het verplichten van een handelsvergunning voor toepassing van het verlaagde btw-tarief. In haar conclusie van 30 juni 2022 onderzoekt Advocaat-Generaal Ettema of het verlaagde btw-tarief kan worden toegepast en besteedt zij onder andere aandacht aan het oordeel van de Rechtbank en het Gerechtshof over het fiscale neutraliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Advocaat-Generaal Ettema geeft de Hoge Raad in overweging de zaak te verwijzen naar een ander Gerechtshof, teneinde beide beginselen nader aan de feiten te toetsen.
Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben, dan staan Wim van Welsen, Annette Pol - Habing en Marjolein Nusmeier u vanzelfsprekend graag bij met hun expertise.