Forse verschillen in belastingheffing bij overdracht familiebedrijf
Eigenaren van familiebedrijven met plannen voor overdracht van het bedrijf naar de volgende generatie krijgen te maken met uiteenlopende fiscale kosten, afhankelijk van het land waar het bedrijf en haar aandeelhouders zijn gevestigd. Sommige landen kennen substantiële fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten; andere landen belasten bedrijfsopvolging binnen de familie als elke andere transactie, met de daaraan gerelateerde (hoge) kosten.
Familiebedrijven hebben wereldwijd te maken met grote verschillen in belastingheffing wanneer de onderneming bij nalatenschap of pensionering wordt overgedragen aan de volgende generatie. Landen hanteren internationaal niet alleen uiteenlopende belastingtarieven bij overdracht, ook de vrijstellingen waarvoor familiebedrijven in aanmerking kunnen komen verschillen aanzienlijk per land. Het gevolg hiervan is dat aandeelhouders in familiebedrijven in een aantal landen niet of nauwelijks fiscaal worden aangeslagen bij overdracht, terwijl in andere landen de aanslag in de miljoenen euro’s kan lopen. Bij nalatenschap van een familiebedrijf met een waarde van € 10 miljoen varieert de belastingheffing van € 0 tot ruim € 3 miljoen. En bij pensionering kan de maximale last zelfs oplopen tot bijna € 3.5 miljoen. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG naar de fiscale gevolgen van de overdracht van een familiebedrijf in ruim zestig landen. De uiteindelijke heffing hangt sterk af van het land waarin de onderneming gevestigd is en de mogelijkheden die het land biedt tot belastingvermindering of –vrijstelling. In een aantal landen leidt dit zowel bij nalatenschap als pensionering tot een volledige kwijtschelding van de heffing.
Overheden stimuleren groei
“In het algemeen zien we dat overheden het goed voor hebben met familiebedrijven”, zegt Maarten Merkus, fiscalist bij KPMG Meijburg & Co en gespecialiseerd in familiebedrijven. Merkus: “Want hoewel de fiscale regimes aanzienlijk per land verschillen, zien we dat de meeste landen investeringen in en groei van familiebedrijven ondersteunen en aanmoedigen. Dat doen ze met name door het opleggen van lage belastingheffingen bij de overdracht van het bedrijf aan de volgende generatie bij pensionering of nalatenschap. Wanneer sprake is van een fiscale heffing, bestaan er in het algemeen diverse mechanismen om de aanslag te verminderen of uit te stellen. Wel zien we dat de ontwikkelde, westerse economieën vaak hogere aanslagen opleggen aan familiebedrijven. Maar in tegenstelling tot de opkomende markten kennen deze landen ook uitgebreide en ruimhartige vrijstellingen.”
Nederland in middenmoot
Uit het onderzoek van KPMG blijkt ook dat er soms grote verschillen in belastingheffing bestaan tussen buurlanden. Binnen de Europese Unie bijvoorbeeld wordt een Frans familiebedrijf met een waarde van
€ 10 miljoen bij nalatenschap aangeslagen voor een bedrag van ruim € 800.000, terwijl een vergelijkbare onderneming in Duitsland vrijgesteld is van belastingheffing.
Merkus: “Dergelijke grote verschillen creëren een ongelijk speelveld voor familiebedrijven in Europa. Landen met een goede opvolgingsregeling stellen familiebedrijven veel beter in staat om door de generaties heen te blijven groeien. Aangezien familiebedrijven in alle landen de motor zijn van de economie, moeten overheden zich realiseren dat een ongunstig fiscaal regime voor de overdracht van familiebedrijven uiteindelijk ten koste zal gaan van hun economische groei.”
Nederland neemt in Europa een middenpositie in, zowel als het gaat om overdracht bij nalatenschap als bij pensionering. Merkus: “Nederland doet het niet slecht, maar het kan beter. Zo heft het Verenigd Koninkrijk geen belasting bij overdracht van familiebedrijven en biedt België de mogelijkheid van een belastingvrije overdracht bij pensionering”.
Hans de Boer: Familiebedrijf koesteren
Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW nam uit handen van KPMG Meijburg & Co voorzitter Wilbert Kannekens het eerste exemplaar van het KPMG-rapport in ontvangst. De Boer: “Nederland moet het familiebedrijf koesteren, maar doet dat slechts in beperkte mate. Nederland is een middenmoter in de EU als het gaat om fiscale faciliteiten, met name onze buurlanden hebben de liefde dieper zitten.”