Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
Op vrijdag 18 april 2025 heeft minister van Financiën Heinen de Voorjaarsnota 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Met deze Voorjaarsnota geeft het kabinet een update van de begroting van 2025 en de daaropvolgende jaren. De definitieve ontwerpbegro-ting voor 2026 zal op Prinsjesdag worden gepresenteerd (Belastingplan 2026). Het debat met de Tweede Kamer en de besluitvorming daarover zullen in het najaar plaatsvinden.
Uit de Voorjaarsnota blijkt onder meer dat het kabinet de eerder ingevoerde verhoging van het btw-tarief op cultuur, media en sport zal terugdraaien. Verder wordt de energiebelasting voor huishoudens verlaagd en wordt een fiscale regeling ingevoerd ter stimulering van medewerkersparticipaties voor start-ups en scale-ups. Daarnaast bevat de nota enkele maatregelen voor de schenk- en erfbelasting. Ook wil het kabinet meer geld uitgeven aan defensie en aan gemeenten, schrapt het de bezuiniging in 2026 op kinderopvang voor werkenden en wordt de huurtoeslag in 2026 eenmalig verhoogd.
Om deze plannen en andere uitgaven te financieren, wordt onder andere een aantal fiscale maatregelen genomen. Hierna gaan wij in op de belangrijkste daarvan.
Omzetbelasting
De verhoging van het btw-tarief vanaf 2026 voor goederen en diensten op het gebied van cultuur, media en sport van 9% naar 21% wordt teruggedraaid. Hiermee komt het kabinet een toezegging na die in de Tweede Kamer werd gedaan bij de behandeling van het Belastingplan 2025 (zie onze eerdere berichtgeving hierover, onder het kopje ‘Aangenomen moties’).
Inkomstenbelasting en loonbelasting
Beperkte inflatiecorrectie
Onder meer ter dekking van de teruggedraaide btw-verhoging wordt vanaf 1 januari 2026 structureel slechts 46,2% in plaats van 100% van de normale inflatiecorrectie in de loon- en inkomstenbelasting toegepast. Dit houdt in dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt zullen worden gecorrigeerd voor inflatie.
Wijzigingen in box 3
Door jurisprudentie van de Hoge Raad uit juni 2024 en het jaar uitstel voor invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 (zie onze eerdere berichtgeving hierover) is er budgettaire derving ontstaan. Dit tekort zal worden bestreden met een hoger forfait voor overige bezittingen (stijging van 1,78%-punt per 2026 en 2027) en een verlaging van het heffingvrije vermogen (naar € 51.396). Het forfaitaire rendement voor overige bezittingen zal stijgen, doordat vanaf 2026 ook huurinkomsten en voordelen als gevolg van eigen gebruik van een tweede woning zullen worden meegerekend.
Stimulering medewerkersparticipaties voor start-ups en scale-ups
Met werking vanaf 2027 wordt een nieuwe fiscale regeling geïntroduceerd om de belastingheffing op aandelenopties voor medewerkers van start-ups en scale-ups te verlagen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat Nederland op dit gebied momenteel uit de pas loopt. De regeling houdt in dat het belastingtarief voor aandelenopties wordt verlaagd van 49,5% naar maximaal 32,17%, waardoor het effectieve tarief ongeveer gelijk wordt aan dat in box 2. Deze belastingverlaging wordt gerealiseerd door de grondslag voor het inkomen uit aandelenopties te verkleinen tot 65%. Bovendien betalen medewerkers pas belasting wanneer ze hun aandelen verkopen, in plaats van wanneer de aandelen verhandelbaar worden.
Afschaffing stakingsaftrek en meewerkaftrek
Zowel de stakingsaftrek als de meewerkaftrek worden vanaf 2027 met 75% versoberd en in 2030 geheel afgeschaft. De stakingsaftrek is een regeling in de IB voor ondernemers die stoppen (bijvoorbeeld door verkoop van de onderneming), waardoor er over een deel van de stakingswinst geen belasting betaald hoeft te worden. De meewerkaftrek is een regeling waardoor ondernemers van wie de partner onbetaald in de onderneming meewerkt, minder belasting over hun winst hoeven te betalen. Deze maatregelen dienen ter dekking van de nieuwe regeling voor start-ups en scale-ups.
RVU-vrijstelling: verlenging voor drie jaar en verhoging bedrag
In oktober 2024 is er een akkoord bereikt over de Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU). Met dit nieuwe akkoord wordt de drempelvrijstelling in de RVU-heffing per 2026 verhoogd en voor drie jaar verlengd. Daarnaast is er geld gereserveerd voor het mogelijk verlengen van de drempelvrijstelling daarna. Dit wordt deels gedekt door een verhoging van het tarief van de RVU-heffing in stappen tot 65% in 2028.
Aanpassing samenvoegbepaling arbeidskorting over sociale zekerheidsuitkeringen
In maart 2025 is het parlement geïnformeerd dat het kabinet naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad de reikwijdte van de arbeidskorting gaat inperken, via de zogeheten samenvoegbepaling. Hierdoor is de arbeidskorting vanaf 2027 niet meer van toepassing op sociale zekerheidsuitkeringen die via de werkgever worden betaald.
Schenk- en erfbelasting
Aanpak ongelijke breukdelengemeenschap
Gehuwden kunnen in het zicht van overlijden de huwelijkse voorwaarden dusdanig aanpassen dat heffing van erfbelasting (deels) wordt vermeden dan wel wordt uitgesteld. Om dit voortaan te voorkomen, wordt nu aangekondigd dat wanneer sprake is van een gemeenschap van goederen of een verrekenbeding, er vanaf 1 januari 2026 schenk- of erfbelasting zal worden geheven voor zover een belastingplichtige meer dan 50% verkrijgt bij ontbinding van die gemeenschap of door toepassing van het verrekenbeding. Deze aanpassing volgt op een uitspraak van de Hoge Raad (zie onze eerdere berichtgeving hierover). Inmiddels is hierover een consultatiedocument verschenen, waarin staat dat bestaande gevallen tot 18 april 2025 in principe worden gerespecteerd.
Matigingsbeleid belastingrente erfbelasting
Naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad hanteert de Belastingdienst een matigingsbeleid voor belastingrente die wordt geheven bij de erfbelasting. Dit komt erop neer dat bij een foutieve of een onvolledige aangifte de rente niet meer wordt geheven over de verschuldigde belasting, maar over het verschil tussen de verkeerde en de definitieve aangifte. Dit beleid zal worden vastgelegd in de wet (met terugwerkende kracht).
Aanpassing schenk- en erfbelasting voor biologisch kind
De Hoge Raad heeft in september 2024 geoordeeld dat er binnen de schenk- en erfbelasting geen onderscheid mag worden gemaakt tussen juridische kinderen en biologische kinderen. Daarom wordt nu voorgesteld om biologische kinderen voor de schenk- en erfbelasting gelijk te stellen met juridische kinderen, zodat ook biologische kinderen recht hebben op de kindvrijstelling en het lagere tarief.
Verlenging aangiftetermijn
Voor de erfbelasting geldt momenteel een aangiftetermijn van acht maanden na overlijden. Omdat deze termijn voor de burger vaak te kort is om juist en volledig aangifte erfbelasting te kunnen doen, wordt aangekondigd dat de aangiftetermijn zal worden verlengd. In de nota wordt niet vermeld hoe lang de nieuwe termijn zal worden.
Varia
Verlaging energiebelasting huishoudens
De energiebelasting voor huishoudens wordt verlaagd. De belastingvermindering binnen de energiebelasting is een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting dat ongeacht de hoeveelheid verbruikte energie in mindering wordt gebracht op de energierekening. Deze belastingvermindering wordt in 2026, 2027 en 2028 telkens met in totaal € 200 miljoen verhoogd. In 2026 bedraagt de belastingvermindering hierdoor € 529,10.
Vereenvoudiging toeslagpartnerschap
Het toeslagpartnerschap wordt vereenvoudigd door het afschaffen van het criterium samengestelde gezinnen per 2027. De regel dat mensen toeslagpartner worden als zij samenwonen met één andere volwassene en er daarnaast een minderjarig kind van een van beiden op het adres is ingeschreven, wordt afgeschaft. Dit wordt gedekt door het verlagen van de vermogensgrenzen in het kindgebonden budget en de zorgtoeslag tot € 113.000 (alleenstaanden) en € 150.000 (partners).
Eenmalige verhoging huurtoeslag
De huurtoeslag wordt incidenteel (alleen in 2026) verhoogd met € 1,0 miljard.
Vleugje zuivel
Er komt een maatregel om de ongewenste constructie ‘vleugje zuivel’ in alcoholvrije dranken tegen te gaan. Op alcoholvrije dranken zoals frisdrank en vruchtensappen wordt verbruiksbelasting geheven. Zuivel- en sojadranken zijn vrijgesteld van deze belasting. Door een klein beetje zuivel toe te voegen aan frisdrank of vruchtensap is het mogelijk de dranken onder de uitzondering te brengen en zo de heffing te omzeilen. Per 2027 wordt dit aangepakt.
Aanpak opmerkelijke belastingconstructies
Het kabinet heeft in de kabinetsreactie op interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling die op Prinsjesdag 2022 naar de Kamer is gestuurd, toegezegd met een jaarlijkse lijst van opmerkelijke belastingconstructies te komen en deze als bijlage bij de Voorjaarsnota naar de Tweede Kamer te sturen (voor het eerst in 2023, zie hierover onze eerdere berichtgeving). In bijlage 9 van de Voorjaarsnota 2025 is de derde editie van deze lijst opgenomen. De lijst bevat de negen constructies van de lijst van 2024, waaraan vijf nieuwe constructies zijn toegevoegd. Van de negen bekende constructies is een update gemaakt van de stand van zaken van de aanpak. Daarvan staat alleen nog open de aanpak van het opknipgedrag bij vastgoed-bv’s om maximaal te profiteren van renteaftrek in het kader van de earningsstrippingbepaling in de vennootschapsbelasting. Op dit moment wordt in kaart gebracht welke antimisbruikmaatregelen andere EU-landen hebben geïmplementeerd om belastingconstructies te bestrijden waarbij misbruik wordt gemaakt van de generieke renteaftrekbeperking. De Tweede Kamer zal hierover voor 1 juli 2025 worden geïnformeerd. Daarnaast vindt nog onderzoek plaats naar verdere versterking van de aanpak van dividendstripping, dat dit voorjaar nog zal worden afgerond.
Bij vier van de vijf nieuwe constructies wordt een beschrijving gegeven hoe deze constructie werkt, wat het voordeel is voor de belastingplichtige en wat het handelingsperspectief is voor de overheid om de constructie aan te pakken.
De vijf nieuwe constructies zijn:
- vruchtensappen met ‘een vleugje zuivel’ (zoals hiervoor beschreven);
- estateplanning: in het zicht van het overlijden van een van de echtgenoten de gerechtigdheid tot het vermogen van de huwelijksgemeenschap wijzigen (zie de ongelijke breukdelengemeenschap zoals hiervoor beschreven);
- onbelaste toegang tot lijfrentekapitaal: deze constructie wordt verder niet toegelicht, maar zal wel worden aangepakt met een wetsvoorstel in de Fiscale verzamelwet 2026;
- samenwerkingsverbanden van de IB-ondernemer met een eigen bv. Door deze constructie kan onder andere gebruik worden gemaakt van de fiscale ondernemersfaciliteiten. De aanpak wordt nog onderzocht;
- lucratiefbelangregeling: in 2024 is een motie ingediend waarbij de regering wordt verzocht de regeling zo aan te passen dat managers die actief zijn in de private-equitysector over hun ‘carried interest’ worden belast naar het progressieve tarief van box 1 van de inkomstenbelasting. De minister ziet twee alternatieve maatregelen om lucratief belang gelijker te belasten met inkomen uit arbeid: (1) via de loonheffing indien sprake is van een dienstbetrekking of als resultaat uit overige werkzaamheid, dan wel (2) door middel van een verhoging van het (effectieve) tarief in box 2 speciaal voor belastingplichtigen met een lucratief belang, waarbij dat tarief tussen het toptarief in box 1 (49,5%) en het toptarief in box 2 (31%) komt te liggen. Het voornemen is om dit voorjaar – mede naar aanleiding van de eerder hierover gehouden consultatie – een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te sturen.
Commentaar KPMG Meijburg & Co
De Voorjaarsnota 2025 geeft onder meer een inkijk in de beleidsthema’s die op dit moment op het bord van het kabinet liggen. Ook geeft zij een blik op de maatregelen die het kabinet wil nemen om de diverse uitgaven te financieren. Opvallend is dat de dekking voor het terugdraaien van de btw-verhoging op cultuur, media en sport niet is gevonden binnen de omzetbelasting, maar door inperking van de inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting. Daarnaast valt op dat de belastingdruk op overige bezittingen in box 3 verder zal toenemen, wat gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad niet geheel zonder risico is. Wat positief in het oog springt, is de aangekondigde verlaging van de belastingheffing op aandelenopties voor medewerkers van start-ups en scale-ups. Met betrekking tot de aanpak van de ongelijke breukdelengemeenschap in de schenk- en erfbelasting merken we nog op dat inmiddels een internetconsultatie is gestart, die loopt tot 14 mei 2025.
Wil je meer weten over de Voorjaarsnota 2025, neem dan contact op met je Meijburgadviseur.