Fiscale kwalificatie Belgische CommV vanaf 2025 - Transparant of niet-transparant, that’s the question
Fiscale kwalificatie van Belgische commanditaire vennootschap onder nieuw Nederlands kwalificatiebeleid
De Nederlandse commanditaire vennootschap (‘cv’) is zowel nationaal als internationaal een veelgebruikte rechtsvorm. Onder Belgisch vennootschapsrecht is het eveneens mogelijk een commanditaire vennootschap (‘CommV’) op te richten. De CommV is ook een veelgebruikte rechtsvorm, vanwege haar flexibiliteit, de samenwerking tussen beherende vennoten en commanditaire vennoten en het onder voorwaarden ontbreken van een publicatieplicht.
Per 1 januari is het nieuwe Nederlandse fiscale kwalificatiebeleid in werking getreden. Onder het nieuwe kwalificatiebeleid is het allereest de vraag of een buitenlandse rechtsvorm vergelijkbaar of niet-vergelijkbaar is met één of meerdere Nederlandse rechtsvormen. In een conceptversie van het nieuwe Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen werd de CommV vergelijkbaar geacht met de Nederlandse cv. Op de definitieve versie van deze rechtsvormenlijst, is de CommV niet meer terug te vinden.
In een recent artikel in het Weekblad Fiscaal Recht behandelen Cees Nijman en Pepijn van Eijk de fiscale kwalificatie van de CommV onder het oude kwalificatiebeleid, de hoofdlijnen van het nieuwe Nederlandse fiscale kwalificatiebeleid vanaf 1 januari 2025, de toepassing hiervan op de CommV en enkele gevolgen van de Nederlandse kwalificatie van de CommV onder dit nieuwe beleid.
Download het volledige artikel voor de volledige analyse en een inzicht in deze ingewikkelde materie, die mogelijk ook speelt bij andere buitenlandse rechtsvormen. Hieronder benoemen we de belangrijkste bevindingen.
Belangrijkste bevindingen
Vergelijkbaarheid met Nederlandse commanditaire vennootschap
De Belgische CommV heeft rechtspersoonlijkheid, in tegenstelling tot de Nederlandse cv die momenteel geen rechtspersoonlijkheid bezit. Onder het nieuwe beleid wordt rechtspersoonlijkheid echter niet als een wezenlijk kenmerk gezien voor de vergelijkbaarheid met een cv. Verder is de CommV op vrijwel alle relevante punten wel vergelijkbaar met de Nederlandse cv.
Fiscale transparantie, tenzij…
Omdat de CommV voldoende vergelijkbaar is met de Nederlandse cv, wordt deze Belgische rechtsvorm vanaf 1 januari 2025 voor Nederlandse fiscale doeleinden in beginsel als fiscaal transparant beschouwd, tenzij een CommV kwalificeert als een fonds voor gemene rekening (‘fgr’). Of de CommV kwalificeert als fgr hangt af van haar activiteiten en de hoedanigheid van haar vennoten. Er bestaat sinds 1 januari 2025 vanuit Nederlands perspectief dus geen onderscheid meer tussen een voorheen fiscaal niet-transparante ‘open’ CommV en een transparante ‘besloten’ CommV. In België is de CommV fiscaal niet-transparant, wat diverse onverwachte gevolgen kan hebben.
Gevolgen voor de heffing van dividendbelasting
Dividenduitkeringen vanuit een Nederlandse bv aan een Belgische CommV kunnen vanwege de kwalificatie in België als niet-transparant onder voorwaarden toch in aanmerking komen voor de inhoudingsvrijstelling in de Nederlandse dividendbelasting onder toepassing van speciale regels voor hybride entiteiten.
Gevolgen voor de heffing van inkomstenbelasting
De aandelen in een Nederlandse bv die door een transparante CommV worden gehouden, worden voor de Nederlandse inkomstenbelasting toegerekend aan de achterliggende vennoten. Indien de achterliggende vennoten natuurlijke personen zijn, die via de CommV een aanmerkelijk belang bezitten in de Nederlandse bv, kan dit leiden tot dubbele belastingheffing in Nederland en België.
Belastingverdrag tussen Nederland en België en Europese Moeder-dochterrichtlijn
Het belastingverdrag tussen Nederland en België en de Europese Moeder-dochterrichtlijn kunnen invloed hebben op de belastingheffing over dividenden en vermogenswinsten, waarbij onder bepaalde voorwaarden belastingheffing kan worden beperkt of dubbele belastingheffing kan worden voorkomen. Hierdoor kan de heffing van Nederlandse dividendbelasting of inkomstenbelasting bij uitkering van een dividend vanuit de Nederlandse bv aan de CommV mogelijk achterwege blijven, om te voorkomen dat dubbele belastingheffing bestaat als België de uitkeringen door de CommV aan de vennoten belast met Belgische roerende voorheffing.
Conclusie
De CommV lijkt ondanks enkele verschillen voldoende vergelijkbaar met de Nederlandse cv. Vanwege de afwezigheid van de CommV op de definitieve rechtsvormenlijst moeten belastingplichtigen echter zelf een vergelijkbaarheidsanalyse uitvoeren, tot de CommV weer terugkeert op de rechtsvormenlijst.
De fiscale kwalificatie van de CommV als transparant kan leiden tot een hybride mismatch in relatie met de Belgische fiscale kwalificatie als niet-transparant. De nadelige gevolgen voor de heffing van Nederlandse dividendbelasting worden ondervangen door hybride-entiteitregels, maar in de Nederlandse inkomstenbelasting kan een beroep op het belastingverdrag en de Moeder-dochterrichtlijn nodig zijn om dubbele belastingheffing te voorkomen.
Dit artikel is verschenen in Weekblad Fiscaal Recht, WFR 2025/71 –12 maart 2025, Uitgever Wolters Kluwer.