Evaluatie 30%-regeling

21 juni 2024
Evaluatie 30%-regeling

In opdracht van het ministerie van Financiën evalueerde onderzoeksbureau Stichting Economisch Onderzoek (SEO) de extraterritoriale kostenregeling, de 30%-regeling en de partiële buitenlandse belastingplicht. SEO onderzocht onder andere hoe doeltreffend en doelmatig deze fiscale regelingen zijn en noteerde vervolgens de conclusies in het evaluatierapport ‘Kunde, kosten en keuzes’. Op 14 juni 2024 heeft de staatssecretaris het aan de Tweede Kamer aangeboden. Op basis van het evaluatierapport kan het nieuwe kabinet keuzes gaan maken over het eventueel terugdraaien van de eerdere versobering van de 30%-regeling of ervoor kiezen om andere maatregelen te nemen met betrekking tot de 30%-regeling die minder schadelijk zullen zijn voor de economie.

Aanleiding

Door middel van de amendementen Omtzigt en Grinwis heeft de Tweede Kamer eind 2023 twee belangrijke wijzigingen aangenomen met betrekking tot de 30%-regeling bij de behandeling van het Belastingplan 2024. Het eerste amendement regelt voor inkomende werknemers een stapsgewijze versobering van de 30%-regeling en zorgt dat de hoogte van de onbelaste vergoeding wordt afgebouwd van 30% gedurende de eerste 20 maanden naar 20% voor de volgende 20 maanden en vervolgens naar 10% voor de overige 20 maanden. Het tweede amendement regelt een afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht per 2025. Voor beide wijzigingen geldt overgangsrecht voor werknemers die over december 2023 reeds een 30%-vergoeding ontvingen.

Op verzoek van zowel de Eerste als de Tweede Kamer is de evaluatie van de 30%-regeling vervroegd van 2025 naar 2024 om in het Belastingplan 2025 een onderbouwd besluit te kunnen nemen voordat de afbouw en afschaffing voor belastingplichtigen feitelijk plaats gaan vinden. Een door de Eerste Kamer aangenomen motie verzocht de regering derhalve de voorgenomen evaluatie van de 30%-regeling naar voren te halen en op basis daarvan in het Belastingplan 2025 met een alternatief voorstel te komen dat minder schadelijk uitpakt voor de economie. De door de Tweede Kamer aangenomen motie verzocht om zo snel mogelijk het deskundigheidsvereiste in de 30%-regeling aan te scherpen zodat dit beter aansluit bij de behoeften van de economie en arbeidsmarkt, en om te verkennen hoe een opleidingseis voor de toelating van arbeidsmigranten van buiten de EU hier eveneens aan kan bijdragen. bijdragen.

30%-regeling

De 30%-regeling geeft werkgevers de mogelijkheid om een belastingvrije vergoeding te verstrekken van maximaal 30% van het loon aan schaarse en specifiek deskundige werknemers vanuit het buitenland voor een maximale periode van vijf jaar. Deze vergoeding is bedoeld om de extra kosten te dekken die deze werknemers maken voor hun verblijf in Nederland, zoals huisvesting, reizen, scholing en levensonderhoud (de zogenoemde extraterritoriale kosten/ET-kosten). Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling dient een werknemer te voldoen aan bepaalde voorwaarden.

De evaluatie van de SEO toont aan dat de 30%-regeling een positieve invloed heeft op het aantrekken van kennismigranten, mede door het fiscale voordeel dat de 30%-regeling biedt. Hierdoor draagt de 30%-regeling bij aan het Nederlandse vestigingsklimaat. Dit is van belang omdat werkgevers in Nederland verwachten dat het binnenlandse arbeidsaanbod alleen onvoldoende is om te voldoen aan de totale arbeidsvraag. Uit de evaluatie blijkt ook dat de salarisnorm van de 30%-regeling een positief effect heeft op de instroom van kennismigranten door het scheppen van eenvoud en duidelijkheid. Daarnaast geeft de evaluatie aan dat de 30%-regeling budgettair doelmatig is. Weliswaar kost de regeling in zekere zin belastinginkomsten, omdat een deel van de 30%-gebruikers ook zonder de 30%-regeling naar Nederland zou zijn gekomen en in dat geval meer belasting zou hebben betaald. Tegelijkertijd levert de regeling belastinginkomsten op, omdat een deel van de 30%-gebruikers juist als gevolg van de 30%-regeling in Nederland is komen wonen en werken en derhalve belasting betaalt en dat niet had gedaan zonder toepassing van de 30%-regeling. Uit de evaluatie blijkt dat de opbrengsten van de 30%-regeling hoger zijn dan de kosten. De nettobelastingopbrengst van de 30%-regeling is gemiddeld ongeveer 128,5 miljoen euro per jaar. Uit de evaluatie volgt ook dat de versobering van de 30%-regeling naar een 30%-20%-10%-vergoeding er naar verwachting voor zal zorgen dat de kosten hoger zullen worden dan de opbrengsten, omdat er minder 30%-gebruikers zullen zijn bij een minder genereuze regeling. Volgens de evaluatie zal de instroom van kennismigranten in dat geval vermoedelijk met 15 tot 20% verminderen. Dit zal dus een negatieve impact hebben op het vestigingsklimaat. Daarnaast wordt in de evaluatie ook aanbevolen om een vast percentage te hanteren gedurende de gehele looptijd om de administratieve lasten te verminderen voor gebruikers en de Belastingdienst. Door de afbouw van de 30%-regeling zal namelijk een aanzienlijk deel van de 30%-gebruikers overstappen op de extraterritoriale kostenregeling (het op declaratiebasis vergoeden van de werkelijke kosten, zie hieronder), omdat deze fiscaal gunstiger wordt bij een afbouw van het forfaitaire percentage.

Uit de evaluatie blijkt ten slotte dat vanuit het doel van de regeling om een gelijk speelveld te creëren tussen werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling (wel ET-kosten) en andere werknemers die dat niet doen (geen ET-kosten), er sprake is van een overmatige onbelaste vergoeding om dit doel te bereiken. In de meeste situaties wordt namelijk aangegeven dat de werkelijke ET-kosten lager zijn dan de forfaitaire 30%-vergoeding. Opvallend hierbij is dat uit de vorige evaluatie van de 30%-regeling (in 2017 door onderzoeksbureau Dialogic) volgde dat de werkelijke ET-kosten juist meer bedragen dan 30% van het inkomen. In het onderzoeksrapport van de SETO wordt aangegeven dat het verschil waarschijnlijk volgt uit de gehanteerde onderzoeksmethode bij beide evaluaties.

Partiële buitenlandse belastingplicht

Indien een werknemer gebruikmaakt van de 30%-regeling levert dit (onder de huidige wetgeving) een bijkomend voordeel op voor betrokken werknemer. Die kan namelijk in zijn aangifte inkomstenbelasting kiezen voor de zogeheten partiële buitenlandse belastingplicht. Wanneer een werknemer hiervoor kiest, wordt hij voor de heffing van de inkomstenbelasting in box 2 en box 3 behandeld als een niet-inwoner.

Uit de evaluatie blijkt dat het afschaffen van de partiële buitenlandse belastingplicht de instroom van kennismigranten naar verwachting nauwelijks zal beïnvloeden, behalve voor een kleine groep hoogvermogenden. Een aanvullende heffing in box 2 of box 3 ten opzichte van het land van herkomst is voor de meeste 30%-gebruikers geen fiscale belemmering om naar Nederland te komen. Bij afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht is het derhalve voor het merendeel van de (vermogende) werknemers door de 30%-regeling nog steeds aantrekkelijk om naar Nederland te komen.

Extraterritoriale kostenregeling 

De extraterritoriale kostenregeling is een regeling die bedoeld is om de extra kosten van het verblijf buiten het land van herkomst te vergoeden van werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken, de eerder aangehaalde ET-kosten. Voor het vergoeden van de ET-kosten kan worden gekozen tussen het vergoeden van de werkelijke ET-kosten op declaratiebasis of het toepassen van de 30%-regeling (uiteraard mits aan de voorwaarden is voldaan). De extraterritoriale kostenregeling kan zowel gebruikt worden voor werknemers die niet aan de salarisnorm van de 30%-regeling voldoen als voor werknemers voor wie de 30%-regeling wel van toepassing is maar die geen gebruik maken van de 30%-regeling.

Uit de evaluatie blijkt dat de extraterritoriale kostenregeling goed werkt voor het vergoeden van huurlasten en levensonderhoudskosten. Aangezien bij gebruik van de extraterritoriale kostenregeling hoge(re) administratieve lasten gemoeid zijn, wordt de regeling echter in de praktijk niet vaak gebruikt. Het onderzoek van de SEO geeft aan dat de afbouw van de 30%-regeling er naar verwachting voor zal zorgen dat meer gebruik gemaakt zal worden van de extraterritoriale kostenregeling, wat voorts tot hogere uitvoeringskosten zal leiden onder gebruikers van de regeling en voor de Belastingdienst. Om die reden beoordeelt het rapport de extraterritoriale kostenregeling als ‘deels doeltreffend’.

Conclusie

Uit de evaluatie van de SEO blijkt dat de 30%-regeling doeltreffend is vanwege het positieve effect op het aantrekken van kennismigranten en daarmee tevens een positieve bijdrage levert aan het vestigingsklimaat. De versoberingen van de 30%-regeling zullen volgens de evaluatie een negatief effect hebben op het vestigingsklimaat en daarmee de instroom van kennismigranten verminderen. Daarnaast blijkt dat het gebrek aan voorspelbaarheid en stabiliteit van de 30%-regeling een bedrijfseconomisch risico vormt voor ondernemingen. Dit zorgt voor een negatief effect op investeringsbeslissingen. Uit het onderzoek blijkt verder dat de partiële buitenlandse belastingplicht doeltreffend noch doelmatig is en dat het afschaffen ervan de instroom van kennismigranten vrijwel niet zal beperken.

Visie KPMG Meijburg & Co

De staatssecretaris heeft de evaluatie van de SEO naar de Tweede Kamer gestuurd en laat een verdere inhoudelijke reactie over aan het nieuwe kabinet. Indien het nieuwe kabinet de evaluatie ter harte neemt, bestaat er ons inziens een grote kans dat de afbouw van de 30%-regeling zal worden teruggedraaid. Op basis van de conclusies uit de evaluatie staat de afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht in mindere mate ter discussie en is het de verwachting dat deze daarom in stand zal blijven. Daarnaast zou het kabinet kunnen beslissen om het percentage van de 30%-regeling aan te passen, aangezien uit de evaluatie door SEO blijkt dat de werkelijke ET-kosten lager liggen dan de 30%-vergoeding. Daar kan tegen in worden gebracht dat een eerdere evaluatie van de 30%-regeling juist oordeelde dat de werkelijke ET-kosten hoger liggen dan 30% van het inkomen. In combinatie met de conclusie uit het SEO-rapport dat doelmatigheid en doeltreffendheid van de 30%-regeling in grote mate afhankelijk zijn van de voorspelbaarheid en stabiliteit van de regeling, zouden wij aanbevelen om zeer terughoudend te zijn bij het aanpassen van het forfaitaire percentage van de 30%-regeling.

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.