Actualisering Besluit Onderlinge overlegprocedures
Op 22 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Financiën het besluit voor onderlinge overlegprocedures geactualiseerd. Het besluit is op 23 juni 2020 in werking getreden en werkt terug tot 11 juni 2020, de dagtekening van het besluit. Het oude besluit uit 2008 is hierbij komen te vervallen. In het besluit wordt vanuit een Nederlands perspectief een nadere toelichting gegeven op en invulling aan de uitvoering van onderlinge overlegprocedures zoals geregeld in de Wet fiscale arbitrage, de bilaterale belastingverdragen en het EU-Arbitrageverdrag.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het oude besluit zijn:
- De procedure van onderlinge overlegprocedures onder de nieuwe Wet fiscale arbitrage (WFA) is erin opgenomen.
- Het onderscheid tussen de reguliere, vervroegde en extra vervroegde onderlinge overlegprocedure is komen te vervallen.
- Het bevat goedkeurend beleid voor de situatie waarin geen uitkomst in de onderlinge overlegprocedure kan worden bereikt vanwege de samenloop met gerechtelijke uitspraken in het buitenland.
- Het bevat goedkeurend beleid onder welke voorwaarden de inspecteur buiten de verjaringstermijn een corresponderende correctie kan geven.
- Er is een beschrijving opgenomen hoe de Nederlandse bevoegde autoriteit overlegprocedures in driehoeksituaties aanpakt.
- Het bevat beleid voor de voorwaarden voor het aanvragen van een Bilateral Advance Pricing Agreement (BAPA) of een Multilateral Advance Pricing Agreement (MAPA), die gelijk zijn aan de voorwaarden voor het aanvragen van een unilaterale Advance Pricing Agreement (APA).
- Er is beleid opgenomen inzake de belasting- en invorderingsrente bij onderlinge overlegprocedures die in lijn is gebracht met de praktijk.
Commentaar Meijburg & Co
Concluderend is dit besluit een welkome toelichting op en verduidelijking van de bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot onderlinge overlegprocedures. Nederlandse belastingplichtigen hebben nu een beter beeld van de rechtsmiddelen die beschikbaar zijn om dubbele belasting te voorkomen. Een belangrijke erkenning in dit besluit is de expliciete verwijzing naar een uitspraak uit 2017 van Rechtbank Amsterdam, waarin de aanvankelijke weigering van de Belastingdienst om de belastingplichtige toe te laten in een MAP-procedure als besluit is gekenmerkt. Hierdoor is een dergelijke weigering ontvankelijk voor bezwaar en beroep bij de bestuursrechter. Buiten de WFA staat dus volgens de staatssecretaris nu ook een rechtsgang open.
Dit besluit geeft de Nederlandse interpretatie van onderlinge overlegprocedures weer, een ander land kan dit mogelijk anders uitleggen.