ABN AMRO Open: game, set en belastingheffing

ABN AMRO Open: game, set en belastingheffing
Vanaf 1 februari is Rotterdam Ahoy opnieuw het podium voor het ABN AMRO Open. Het prijzengeld is dit jaar 2,9% hoger dan vorig jaar, maar welk gedeelte hiervan kan een deelnemer – naast de tennisballen – in zijn zak steken? Gaat Carlos Alcaraz of Daniil Medvedev met het prijzengeld aan de haal, of kan het Nederlandse toptalent Mees Röttgering verrassen? Maakt het voor de belastingheffing uit wie het prijzengeld wint? Wie er uiteindelijk op het hoogste plek van het podium staat weten we nog niet, maar hoe de belastingheffing over het prijzengeld verloopt kunnen we al wel met je delen.
Binnen het internationale speelveld van een individuele topsport als tennis gelden voor de belastingheffing andere spelregels dan bij belastingheffing over regulier arbeidsinkomen. In de praktijk is het van belang om het specifieke belastingverdrag tussen Nederland en het woonland van de tennisser te beoordelen, om te bepalen of Nederland heffingsrecht heeft over het prijzengeld. Volgens algemene internationale belastingverdragen geldt als richtlijn echter dat belasting geheven mag worden in het land waar de sportactiviteiten plaatsvinden, de zogenoemde bronstaatheffing. Dit betekent dat Nederland belasting mag heffen over het ABN AMRO-prijzengeld. Of Nederland dat recht ook effectueert, moet worden beoordeeld op basis van de Nederlandse belastingwetgeving. Daaruit blijkt dat er verschillende scenario’s mogelijk zijn. Welke dat zijn, lichten we hieronder toe.
Voor een tennisser die internationale toernooien speelt en in verschillende landen prijzengeld wint, betekent een bronstaatheffing een grote administratielast, omdat hij in veel verschillende landen belasting moet betalen. Daarnaast is het vaak zo dat het verdiende prijzengeld ook (deels) in het woonland van de tennisser wordt belast, wat resulteert in dubbele belastingheffing.
Met name hierdoor heeft Nederland in 2007 besloten om te stoppen met het belasten van prijzengeld van buitenlandse artiesten en individuele sporters die, kort gezegd, wonen in een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft. Hierdoor hoeven deze artiesten en sporters alleen nog in hun woonland belasting te betalen over hun inkomsten. Voor de Nederlandse organisatoren van evenementen en wedstrijden betekent dit overigens niet dat ze voor de Nederlandse loonbelastingwet geen verplichtingen hebben. Zij zijn namelijk nog steeds verplicht om een kopie van een geldig identiteitsbewijs van deze artiesten en sporters te maken en in hun administratie te bewaren.
Daarnaast geldt voor een tennisser die buiten Nederland, maar niet in een verdragsland woont dat de inhouding van Nederlandse loonbelasting beperkt wordt tot 20%. Voor de tennisser die in Nederland woont, heeft de organisatie geen inhoudingsverplichting. Deze tennisser zal via zijn eigen aangifte inkomstenbelasting het prijzengeld moeten verwerken, met een belastingtarief oplopend tot 49,5%. Winst van Mees Röttgering zou daarom ook voor maximale belastingwinst zorgen bij de Nederlandse staat. Reden voor de fans om hem extra aan te moedigen?
Wil je meer weten over de fiscale aspecten van sportevenementen? Neem dan contact met ons op.