Aankoop van BV met parkeergarages is belast voor de overdrachtsbelasting

3 januari 2024
BV met parkeergarages

De aankoop van een BV met parkeergarages is belast voor de overdrachtsbelasting oordeelt de Rechtbank.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 23/971 03-01-2024

In deze uitspraak van de Rechtbank heeft belanghebbende de aandelen in A BV verkregen. De activiteiten van A BV bestaan uit het exploiteren en beheren van parkeergarages en parkeerfaciliteiten. A BV is ten tijde van de verkrijging eigenaar van zes parkeergarages. In de parkeergarages is uitsluitend sprake van 'zwerfplekken'. Dat betekent dat geen enkele klant recht heeft op een vaste parkeerplaats.

Om de aandelenverkrijging in A BV te belasten voor de overdrachtsbelasting, moet A BV worden aangemerkt als een zogeheten 'onroerendezaaklichaam'. Een van de vereisten om als een onroerendezaaklichaam te worden aangemerkt is de doeleis. De doeleis houdt in dat het onroerend goed geheel of hoofdzakelijk (70% of meer) dienstbaar is aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van het onroerend goed. Aan dit criterium wordt niet voldaan indien de terbeschikkingstelling van de onroerende zaak ondergeschikt is in het geheel van prestaties die aan de afnemers worden verleend.

Belanghebbende stelt dat ter zake van de aandelenverkrijging geen overdrachtsbelasting is verschuldigd, omdat ten aanzien van de parkeergarages niet is voldaan aan de doeleis. De argumenten hiervoor zijn dat klanten geen vaste parkeerplaats toegewezen krijgen en dat sprake is van parkeren voor korte duur. De Rechtbank geeft de belanghebbende geen gelijk. Vanuit het perspectief van de klanten vormt het tegen betaling gelegenheid geven tot parkeren de prestatie die door de belanghebbende aan de afnemers wordt verleend. Door tijdelijk het gebruik en genot van een parkeerplaats in de parkeergarage af te staan, verdient de belanghebbende geld aan de onroerende zaken. Derhalve is aan de doeleis voldaan. Verder oordeelt de Rechtbank dat de bijkomende voorzieningen in de parkeergarages zeer beperkt zijn. Daarom oordeelt de Rechtbank in deze zaak dat er overdrachtsbelasting is verschuldigd.

Relevante artikelen en jurisprudentie:

  • Artikel 4 Wet op belastingen van rechtsverkeer
  • Hoge Raad 16 april 2021 (Selfstorage-arrest), nr. 20/00081, ECLI:NL:HR:2021:585
  • Hoge Raad 19 december 2008 (Campingarrest), nr. 07/10541, ECLI:NL:HR:2008:BD6385

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.